Over deze handleiding Deze handleiding is een referentiehandleiding voor de bediening van de AP44. Er wordt vanuit gegaan dat alle apparatuur is geïnstalleerd en geconfigureerd en dat het systeem gereed is voor gebruik. De handleiding gaat ervan uit dat de gebruiker fundamentele kennis heeft van navigatie, nautische terminologie en praktijk.
Pagina 5
Voorwoord | AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 6
Voorwoord | AP44 Gebruikershandleiding...
Inhoud Inleiding Handleidingen Voorpaneel en knoppen AP44 De stuurautomaatpagina 12 Basisbediening Veilige bediening met de stuurautomaat De unit in- en uitschakelen Bedienen van het menusysteem Display instellen 16 Stuurautomaatmodi Selecteren van een stuurautomaatmodus Stand-bymodus Modus Follow-Up (FU) Automatische modus (vaste koers)
Pagina 8
51 Onderhoud Preventief onderhoud Reinigen van de display-unit Aansluitingen controleren Software-update 54 Menu-stroomschema 56 Technische specificaties 57 Tekening met afmetingen 58 Termen en afkortingen 60 Ondersteunde gegevens NMEA 2000 PGN (verzenden) NMEA 2000 PGN (ontvangen) Inhoud | AP44 Gebruikershandleiding...
Inleiding De AP44 is een stuurautomaatsysteem dat bestaat uit op een netwerk aangesloten display en bedieningspaneel. Het apparaat is compatibel met een reeks stuurautomaatcomputers van Navico, waaronder de AC12N, AC42N, NAC-2, NAC-3 en SG05. De AP44-systemen bestaan uit diverse modules die moeten worden...
Voorpaneel en knoppen AP44 MENU STBY MODE AUTO Knop STBY Druk in om de stuurautomaat op standby te zetten. Knop MENU/X Als er geen menu actief is: • Druk in om het menu Instellingen te openen •...
NAC-3) (A) • Koersindicator, analoog en digitaal (B) • Indicator voor de stuurautomaatmodus (C) • Roerindicator, analoog en digitaal (D) Raadpleeg voor meer informatie de beschrijvingen van de afzonderlijke modi en "Termen en afkortingen" op pagina 58. Inleiding | AP44 Gebruikershandleiding...
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt opgestart of na een herstel van de waarden naar de fabrieksinstellingen, wordt op het apparaat een installatiewizard weergegeven. Volg de instructies van de installatiewizard om een aantal belangrijke instellingen te selecteren. Deze instellingen kunnen later worden gewijzigd; ook Basisbediening | AP44 Gebruikershandleiding...
Druk op de draaiknop om de bewerkingsmodus voor het geselecteerde veld te verlaten Draai aan de draaiknop om de knop Annuleren of Opslaan te selecteren, en druk dan op de draaiknop om uw selectie te bevestigen en het dialoogvenster te sluiten Basisbediening | AP44 Gebruikershandleiding...
- Als het veld voor het instellen van de schermverlichting actief is, wordt de helderheid bij elke druk op de knop MENU met 30% verlaagd • Displaygroep: bepaalt tot welke netwerkgroep de unit behoort • Nachtmodus: hiermee activeert/deactiveert u het kleurenpalet van de nachtmodus Basisbediening | AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 15
Ú Notitie: Alle wijzigingen in het dialoogvenster Display instellen zijn van toepassing op alle units die deel uitmaken van dezelfde displaygroep. Zie "Netwerkgroepen" op pagina 48 voor meer informatie over netwerkgroepen. Basisbediening | AP44 Gebruikershandleiding...
• Overschakelen naar de modus FU kan vanuit elke modus door de follow-up-optie in de moduslijst te selecteren. U kunt ook direct vanuit de stand-bymodus naar de modus FU overschakelen door op de draaiknop te drukken. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
De overstagparameters worden ingesteld via Instelling/ Zeilparameters: de Overstag hoek bepaalt de overstaghoek en de Overstag tijd bepaalt de draaisnelheid tijdens overstag/gijpen. Zie "Instellen stuurautomaat" op pagina 38. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
De draaisnelheid tijdens overstag/gijpen wordt ingesteld met de parameter Overstag tijd in het menu Instelling/Zeilen. Zie "Instellen stuurautomaat" op pagina 38. Start de functie Overstag of Gijpen door de optie Overstag/ • Gijpen in de lijst Modus te selecteren. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
- De stuurautomaat tekent een onzichtbare koerslijn op basis van de huidige vaarrichting vanuit de positie van het vaartuig De stuurautomaat berekent aan de hand van de positiegegevens de koersafwijkingsafstand en houdt automatisch de berekende track aan. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
Voor de modus NAV hebt u een compatibele, op het netwerk aangesloten kaartplotter nodig. De modus NAV kan niet worden geselecteerd als er koersgegevens ontbreken of als er geen stuurgegevens van de externe kaartplotter zijn ontvangen. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 21
Start de modus NAV door de optie NAV in de lijst Modus te • selecteren • Bevestiging in het dialoogvenster dat naar de modus NAV wordt overgeschakeld. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
Als de draai niet wordt geaccepteerd, blijft het vaartuig de ingestelde vaarrichting volgen. Koerswijziging kleiner dan ingestelde limiet Koerswijziging groter dan ingestelde limiet De limietinstelling voor de koerswijziging is afhankelijk van de stuurautomaatcomputer: Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
Zie "Dieptecontour volgen (DCT)" op pagina 25 voor het starten van een DCT-wending. U begint de wending door de draaioptie te selecteren in de moduslijst. Vervolgens selecteert u de optie Bakboord of Stuurboord in het dialoogvenster Richting om de draairichting te selecteren. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 24
Stel de eerste koerswijziging in voordat de draai wordt gestart. Tijdens het draaien kunt u de hoofdkoers wijzigen door aan de draaiknop te draaien (alleen bij AC12N/AC42N stuurautomaatcomputers). • Wendvariabelen: - Koerswijziging (A) - Etappeafstand (B) Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 25
Het DCT-wendpatroon is alleen beschikbaar als een geldige dieptecontour in het systeem is ingevoerd. Waarschuwing: Gebruik het DCT-wendpatroon alleen bij een geschikte zeebodem. Gebruik de functie niet in onrustig water waarbij de diepte binnen een klein gebied sterk verschilt. Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 26
Hoe hoger de Depth gain-waarde, hoe meer roer er gegeven wordt. Als de waarde te klein is, zal het lang duren voordat het afdrijven van de ingestelde dieptecontour gecompenseerd Stuurautomaatmodi | AP44 Gebruikershandleiding...
DCT een alarm af. Gebruik van de stuurautomaat in een EVC- systeem Als de AP44 via de SG05 is aangesloten op een EVC-systeem, kunt u handmatig sturen, ongeacht de modus waarin de stuurautomaat zich bevindt. De modusaanduiding wordt vervangen door een streepje om de overname door het EVC-systeem aan te geven.
Trip 2 vereist dat er een compatibel GPS-systeem op het netwerk is aangesloten. U kunt het actieve trip log vanuit het menu starten, stoppen en resetten. U activeert het trip log door op de draaiknop te drukken. Trip log| AP44 Gebruikershandleiding...
Alarmdialoog. Type berichten De berichten worden geclassificeerd naar de manier waarop de gemelde situatie invloed heeft op uw boot. De volgende kleurcodes worden gebruikt: Kleur Belangrijkheid Rood Kritiek Oranje Belangrijk Geel Standaard Blauw Waarschuwing Groen Lichte waarschuwing Alarmen| AP44 Gebruikershandleiding...
U kunt het enkele alarm in- en uitschakelen en de alarmlimieten instellen via het dialoogvenster Alarminstellingen. • Druk op de draaiknop om het menu voor het in-/uitschakelen van het alarm en het instellen van de alarmlimiet weer te geven Alarmen| AP44 Gebruikershandleiding...
In het dialoogvenster Alarmhistorie worden alarmmeldingen opgeslagen totdat ze handmatig worden gewist. U geeft de informatie over een bepaald alarm weer en wist alle alarmen in de alarmhistorie door op de draaiknop te drukken bij geopend dialoogvenster Alarmhistorie. Menu-opties Alarmgegevens Alarmen| AP44 Gebruikershandleiding...
Software installeren Voordat de AP44 in gebruik kan worden genomen, moet u een aantal instellingen configureren om het systeem te laten werken zoals verwacht. Toegang tot de vereiste opties krijgt u via het menu Instellingen, bereikbaar door op de knop MENU te drukken.
Pagina 33
• en B vaart, starten en stoppen. Selecteer OK om de kalibratie te beëindigen. Gebruik van SOG als vaartuigsnelheid Als de vaartuigsnelheid niet kan worden gegeven door een schoepenwielsensor, kan de grondsnelheid van een GPS gebruikt Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 34
Voor de diepte onder de kiel (A): stel de afstand vanaf de transducer tot de onderkant van de kiel in als een negatieve waarde. Bijvoorbeeld -2,0. • Voor de diepte onder de transducer (B): geen offset nodig. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
De kalibratie moet worden uitgevoerd op het actieve kompas. Om goede resultaten te verkrijgen, moet de kalibratie op kalme zee, met weinig wind en minimale stroming worden uitgevoerd. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 36
Ú Notitie: In bepaalde gebieden en bij hogere breedtegraden wordt de lokale magnetische interferentie groter en kan het zijn dat u koersfouten van ± 3°moet accepteren. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 37
Roer Start de automatische kalibratie van de roerstandterugmelding. Met deze procedure wordt de juiste verhouding ingesteld tussen de fysieke beweging van het roer en de opgegeven hoek van het roer. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Advanced Deze optie wordt gebruikt voor het handmatig toepassen van offsets op de weergegeven gegevens van sensoren die niet via de AP44 kunnen worden gekalibreerd. Demping Indien gegevens onjuist of te gevoelig zijn, kan demping worden toegepast om de informatie stabieler te maken. Wanneer demping niet is ingeschakeld, worden de gegevens in ruwe vorm gepresenteerd, zonder demping.
Pagina 39
Een hoger tegenroer zorgt ervoor dat de roerkracht bij het naderen van de ingestelde koers sneller afneemt • Autotrim: bepaalt de roerkracht van de stuurautomaat om te compenseren voor een constante koersafwijking, bijvoorbeeld veroorzaakt door externe krachten, zoals wind of stroming. Een Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 40
Varend (NAC-2/NAC-3) Ú Notitie: De parameterinstellingen voor Varend zijn alleen beschikbaar als het boottype is ingesteld op Zeilen. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 41
De snelheid waarmee de stuurautomaat de parameters automatisch verandert van Laag naar Hoog (of omgekeerd) wordt bepaald door de instelling voor de overgangssnelheid, gedefinieerd tijdens de ingebruikname van de stuurautomaat. Raadpleeg de gedetailleerde beschrijving in de documentatie van de stuurautomaatcomputer. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 42
Als u het filter wilt gebruiken, wordt de instelling AUTO aanbevolen. • HANDMATIG: gekoppeld aan de eerder beschreven stuurreactie- instellingen. Dit kan gebruikt worden om handmatig de beste Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 43
Laag of andersom. Op motorboten is het aan te bevelen de overgangssnelheid zo in te stellen dat deze de snelheid vertegenwoordigt waarbij de romp begint te planeren, of de snelheid waarmee u van langzaam naar kruissnelheid gaat Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 44
WindNAV-modus. U kunt verschillende minimale windhoeken selecteren voor bakboord en stuurboord. Er zal rekening gehouden worden met het verschil tussen bakboord en stuurboord bij het berekenen van de afstand tot de draai (DTT). Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Apparatenlijst In deze lijst worden de apparaten weergegeven die gegevens leveren. Dit kan een module binnen in de unit zijn, of een extern NMEA 2000-apparaat. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 46
Rx- en Tx-fouten geven waarschijnlijk problemen met het fysieke netwerk aan. Dit zijn problemen die kunnen worden opgelost door een connector te vervangen/repareren, een backbone- of Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 47
Sommige apparaten passen de transmissiesnelheden bij zwaar netwerkverkeer automatisch aan. Fast packet-fouten Cumulatieve optelling van fast packet-fouten. Dit kan bijvoorbeeld een gemist frame of een frame uit sequentie zijn. NMEA 2000-PGN's Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Bepaalt de taal die op het apparaat wordt gebruikt voor panelen, menu's en dialoogvensters. Bij veranderen van de taal wordt het apparaat opnieuw opgestart. Tijd Bepaalt de lokale tijdzone verstelling en het formaat van tijd en datum. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Wanneer deze optie wordt geactiveerd, wordt de simulatormodus weergegeven op het display. Terug naar standaard instellingen Hiermee kunt u selecteren welke instellingen moeten worden teruggezet naar de originele fabrieksinstellingen. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 50
Algemene reset Hiermee wordt de bronselectie op alle displays in het netwerk gereset. Info over Hier worden de copyrightgegevens, de softwareversie en de technische informatie van dit apparaat weergegeven. Software installeren| AP44 Gebruikershandleiding...
Aansluitingen controleren De aansluitingen moeten alleen visueel worden gecontroleerd. Druk de stekker in de aansluiting. Als de stekker een vergrendeling heeft, moet u controleren of die in de juiste stand staat. Onderhoud| AP44 Gebruikershandleiding...
Software-update De AP44 beschikt over een USB-poort achterop. Deze poort kunt u voor software-updates gebruiken. U kunt software-updates uitveren voor de AP44 zelf en voor de NMEA 2000-sensoren die op het netwerk van de AP44 zijn aangesloten. De softwareversie van de unit kunt u controleren via het dialoogvenster Info.
Software-update voor externe apparaten Download de nieuwste software van onze website: www.simrad-yachting.com en sla deze op een USB-apparaat op Sluit het USB-apparaat aan op de AP44 Start Windows Verkenner en selecteer het updatebestand op het USB-apparaat Start de update vanuit het dialoogvenster Bestandsgegevens Verwijder het USB-apparaat als de update is voltooid.
Niveau 2 Kalibratie Bootsnelheid... Wind... Diepte... Koers... Rollen/slagzij... Omgeving... Roer... Geavanceerd... Demping Vaarrichting Schijnbare wind Ware wind Vaartuigsnelheid Stand rollen Stand slagzij getij Trip log Trip 1... Trip 2... Log... Alarmen Alarmhistorie... Alarminstellingen... Alarmen geactiveerd Siren Enabled Menu-stroomschema| AP44 Gebruikershandleiding...
Pagina 55
Stuurautomaat, AC12N, Reactie AC42N en SG05 Zeeconditiefilter Zeilen ** Raadpleeg de installatiehandleiding AC12N/ Automatisch sturen AC42N (988-10276-00n) Wendpatronen Installatie ** Systeem Netwerk Units Decimalen Toetstonen Taal Tijd Display instellen... Files Simulatie Terug naar standaardinstellingen... Algemene reset... Info over Menu-stroomschema| AP44 Gebruikershandleiding...
Tekening met afmetingen 48.5 mm (1.91") 36.5 mm (1.43") 8 mm (0.31") 118 mm (4.64") 28.5 mm (1.12") MENU STBY MODE AUTO 97.5 mm (3.83") Tekening met afmetingen| AP44 Gebruikershandleiding...
Termen en afkortingen In deze lijst worden termen en afkortingen weergegeven die op de pagina's en de dialoogvensters van het AP44-systeem worden gebruikt. AIR TEMP Luchttemperatuur Automatisch identificatiesysteem AVG SPD Gemiddelde snelheid Schijnbare windhoek Schijnbare windsnelheid BSPD Vaartuigsnelheid Peiling tot waypoint...
Pagina 59
Plaatselijke tijd Ware beweging Track TRK CRS Koers volgen tot volgende waypoint Ware windhoek Ware windrichting Ware windsnelheid Wheel Over Line Wheel Over Point Waypoint-naam WPT BRG Peiling tot waypoint WPT DIST Afstand tot waypoint Koersafwijking Termen en afkortingen| AP44 Gebruikershandleiding...