Statuspaneel
Het paneel bevat statuspictogrammen, (A), actieve modus met
stuurreferentie (B) en het actieve profiel (C).
De volgende modusafkortingen worden gebruikt:
S: stand-by
•
A: AUTO
•
FU: Follow-up
•
ND: Geen drift
•
NFU: Non-Follow Up
•
N: NAV
•
•
Pictogram S-wending
Als de stuurautomaat wordt bediend vanaf een andere
bedieningsunit, wordt het passieve pictogram weergegeven in het
modusindicatieveld.
Als de stuurautomaat wordt bediend door een externe
systeemschakelaar, wordt de modusindicatie vervangen, zoals
hieronder aangegeven.
Passieve besturingsunit
In de volgende tabel staan de beschikbare statuspictogrammen.
Alleen actieve pictogrammen zijn zichtbaar.
Pictogram is beschikbaar als er een thruster is geïnstalleerd.
Het pictogram wordt donkerder als besturing voor de
thruster is gedeactiveerd
Actief alarm. Rood pictogram voor alarm, geel voor
waarschuwing. Zie voor meer informatie "Alarmen" op pagina
67
Scherm niet actief-indicator. Twee stippen knipperen
langzaam ten teken dat het scherm actief is en dat
informatie van de sensoren wordt bijgewerkt
Inleiding
| A2004 Gebruikershandleiding
Stuurautomaat uitgeschakeld
door een externe
systeemschakelaar
13