Handleidingversie Deze handleiding is geschreven voor softwareversie 1.0. De handleiding wordt telkens bij het verschijnen van een nieuwe softwareversie bijgewerkt. De meest recente versie van de Voorwoord | A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 5
Voorwoord | A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 6
Voorwoord | A2004 Gebruikershandleiding...
Inhoud Inleiding Handleidingen Voorpaneel en knoppen A2004 De stuurautomaatpagina 16 Basisbediening Veilige bediening met de stuurautomaat De unit in- en uitschakelen Besturing overnemen Bedienen van het menusysteem Display instellen Stuurautomaatmodus selecteren Werkprofiel selecteren Werken met thrusters Externe systeemschakelaar Externe overname van EVC (SG05 PRO)
Pagina 8
Back-up en herstel van systeemgegevens Software-update 74 Menuoverzicht Instellingenmenu's 76 Technische specificaties 78 Maattekeningen A2004 zonder beugel A2004 met beugel 79 Ondersteunde gegevens NMEA 2000 PGN (verzenden) NMEA 2000 PGN (ontvangen) 81 Bijlagen Lijst met mogelijke alarmen en corrigerende maatregelen...
De eenheid wordt gebruikt als controller in stuurautomaatsystemen, zoals een Simrad AC70 of een SG05 stuurautomaatcomputer. Er kan één thruster worden opgenomen in een A2004 systeem als deze wordt aangesloten via een AD80 of een SD80 eenheid. De A2004-systemen bestaan uit diverse modules die moeten...
Ú Notitie: De nieuwste versie van alle documenten kan worden gedownload van de productwebsite www.navico.com/ commercial. Voorpaneel en knoppen A2004 10 11 Aan/uit-knop In elke modus: druk op de knop om het dialoogvenster Display instellen te openen. Meerdere malen kort drukken op deze toets om de vooringestelde lichtniveaus te doorlopen.
Pagina 11
Druk hierop om de modus NAV (navigatie) te activeren. WORK/Thruster-knop Druk hierop om werkprofielopties weer te geven. Druk meerdere keren kort op deze knop om de verschillende werkprofielopties te selecteren. Houd ingedrukt om de thruster te activeren of uit te schakelen. Inleiding | A2004 Gebruikershandleiding...
D: Roerbalk • E: Snelmenu • - weergegeven door te drukken op de knop MENU WORK/ Thruster of WENDEN Vaarrichtingrepeater Paneel met de koersbron (A), koerseenheid (Ware of Magnetische) (C), huidige koers (B) en ingestelde koers (D). Inleiding | A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 13
Actief alarm. Rood pictogram voor alarm, geel voor waarschuwing. Zie voor meer informatie "Alarmen" op pagina Scherm niet actief-indicator. Twee stippen knipperen langzaam ten teken dat het scherm actief is en dat informatie van de sensoren wordt bijgewerkt Inleiding | A2004 Gebruikershandleiding...
Richtingsindicator (A) wordt weergegeven als er roer wordt opgegeven en als er roerstandterugmeldingen beschikbaar zijn. Snelmenu's Het systeem heeft 3 verschillende snelmenu's: • Een snelmenu per modus, dat wordt geactiveerd door op de knop MENU te drukken. Zie "Stuurautomaatmodi" op pagina Inleiding | A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 15
WORK/Thruster. Zie "Werkprofiel selecteren" op pagina 20 en "Werkprofielen" op pagina 35 • Het snelmenu Wenden, geactiveerd door te drukken op de knop TURN. Zie "Sturen met wendpatroon" op pagina 28 Inleiding | A2004 Gebruikershandleiding...
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt opgestart of na een herstel van de waarden naar de fabrieksinstellingen, wordt op het apparaat een installatiewizard weergegeven. Volg de instructies van de installatiewizard om een aantal belangrijke instellingen te Basisbediening | A2004 Gebruikershandleiding...
één unit voor de besturing zorgen. Alle andere units zijn dan passief. Bij een passieve eenheid staat een passief-pictogram in het veld Modusstatus. Als A2004 passief is, kan bediening worden verkregen door op een van de modusknoppen te drukken. U kunt toegang krijgen tot het menusysteem, de verlichting aanpassen en lokaal een alarmgeluidssignaal dempen op een passieve eenheid.
30% verlaagd • Displaygroep: bepaalt tot welke netwerkgroep de unit behoort • Nachtmodus: hiermee activeert/deactiveert u het kleurenpalet van de nachtmodus • Nchtmodus kleur: hiermee stelt u het kleurenpalet van de nachtmodus in Basisbediening | A2004 Gebruikershandleiding...
Modus NFU (Geen follow-up): druk op de bakboord- of stuurboordknop wanneer het systeem in modus Standby staat • Modus FU (Follow-up): druk op de draaiknop als het systeem in de modus Standby of NFU staat Voor meer informatie, zie "Stuurautomaatmodi" op pagina 24. Basisbediening | A2004 Gebruikershandleiding...
Twee instellingen bepalen hoe de thrusters door de stuurautomaat worden gebruikt: Thruster - beperken snelheid - limiet die wordt ingesteld in de • haven - Deze instelling zet de thrusters uit wanneer het schip sneller vaart dan een ingestelde snelheidslimiet Basisbediening | A2004 Gebruikershandleiding...
Thruster - Presentatie Wanneer er een thruster is geïnstalleerd en geactiveerd in het werkprofiel, worden het thrusterstatus-pictogram en de thrusterinformatie in het modusinformatiepaneel weergegeven, zoals hieronder is afgebeeld. • Thruster beschikbaar voor huidige werkprofiel, geen voortstuwing Basisbediening | A2004 Gebruikershandleiding...
Bediening stuurautomaat Wanneer met een externe schakelaar automatische besturing wordt geselecteerd, gaat de stuurautomaat direct naar de vaarrichtingsmodus AUTO met de huidige vaarrichting als ingestelde referentie. De stuurautomaat kan vervolgens in alle bedrijfsmodi worden gebruikt. Basisbediening | A2004 Gebruikershandleiding...
AUTO of WORK. De stuurautomaat gebruiken in een EVC- systeem Als de A2004 via de SG05 is aangesloten op een EVC-systeem, kunt u handmatig sturen, ongeacht de modus waarin de stuurautomaat zich bevindt.
Bakboord en Stuurboord op de controller. Het roer blijft bewegen zo lang u de knop ingedrukt houdt. • Selecteer de modus NFU door op de knop Bakboord of Stuurboord te drukken wanneer de stuurautomaat zich in de modus Standby of FU bevindt. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Open het snelmenu door kort op de toets MENU te drukken. • Volautomatische modi A2004 beschikt over twee volautomatische modi: • De modus AUTO kompas houdt het vaartuig op de ingestelde vaarrichting •...
Pagina 26
Als u binnen 3 minuten opnieuw op de knop AUTO drukt, kunt u ervoor kiezen om verder te varen richting de eerder ingestelde vaarrichting. Als u niet binnen 3 minuten reageert, verdwijnt het menu en volgt de stuurautomaat de modus AUTO met de huidige vaarrichting als ingestelde vaarrichting. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Ingestelde koers wijzigen in de modus Geen drift U stelt de ingestelde koers in door aan de draaiknop te draaien of door op de bakboord- of stuurboord-knop te drukken. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Wijzigt de ingestelde vaarrichting met 180° in tegenovergestelde richting. Het schip wendt met de voor het actieve profiel gedefinieerde snelheid of wendradius. Zie "Draaien" op pagina 57. S-bocht Met deze optie giert het vaartuig langs de hoofdkoers. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Als de navigator geen bericht met peiling naar het volgende waypoint verzendt, stuurt de stuurautomaat alleen met gebruik van een koersafwijking (XTE). In dit geval moet u bij elk waypoint terug naar de modus AUTO en de koers Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Als de vereiste koerswijziging naar het volgende waypoint groter is dan de ingestelde limiet, wordt u gevraagd te controleren of de nieuwe koerswijziging acceptabel is. Als de draai niet wordt geaccepteerd, blijft het vaartuig de ingestelde vaarrichting volgen. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
De onderstaande afbeelding kan worden gebruikt om de juiste aankomstcirkel te selecteren bij het uitzetten van de route. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Bepaalt hoe agressief de stuurautomaat moet sturen in de richting van de actieve route. Roer-gain Deze parameter bepaalt de verhouding tussen de opgegeven roerhoek en de fout in de vaarrichting. Hoe hoger de waarde van de Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 33
Steeds meer tegenroer kan resulteren in meer roeractiviteit, ook bij het varen van een rechte koers, vooral bij hoge golven. De beste manier om de waarde van de tegenroerinstelling te controleren, is tijdens het varen van bochten. De afbeeldingen illustreren de effecten van verschillende tegenroerinstellingen. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 34
(door de draairichting van de schroef), moet u de koerswijzigingen in beide richtingen uitvoeren. Het resultaat kan een compromis-instelling van tegenroer zijn die enigszins afwijkt aan de ene zijde, en een enigszins stroperige respons geeft aan de andere zijde. Stuurautomaatmodi | A2004 Gebruikershandleiding...
Een werkprofiel is een set besturingsparameters. U kunt het actieve profiel wijzigen om de stuurkenmerken van de stuurautomaat aan verschillende operationele omstandigheden aan te passen. A2004 heeft een set vooraf gedefinieerde werkprofielen, afhankelijk van het geselecteerde type boot. Er kunnen maximaal 3 werkprofielen worden gedefinieerd in het systeem.
De parameters voor elk profiel moeten worden geoptimaliseerd voor prestaties van de stuurinrichting tijdens de inbedrijfstelling en de vaartest van het systeem. Zie voor meer informatie "Door de gebruiker te configureren instellingen" op pagina 56. Werkprofielen| A2004 Gebruikershandleiding...
Software installeren Voordat de A2004 in gebruik kan worden genomen, moet u een aantal instellingen configureren om het systeem te laten werken zoals verwacht. Toegang tot de vereiste opties krijgt u via het menu Instellingen, bereikbaar vanuit het snelmenu of door tweemaal op de knop MENU te drukken.
Geeft de voedingsspanning van de unit weer. Loggen stuurautomaat Beschikbaar als er een USB-apparaat is aangesloten op de unit. Indien geactiveerd, worden de computergegevens van de stuurautomaat vastgelegd op de USB-stick. Eenheden Eenheden voor verschillende soorten data instellen. Software installeren| A2004 Gebruikershandleiding...
In deze lijst worden de apparaten weergegeven die gegevens leveren. Dit kan een module binnen in de unit zijn, of een extern NMEA 2000-apparaat. Door een apparaat in deze lijst te selecteren, worden aanvullende gegevens en acties weergegeven: Software installeren| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 40
Als echter wordt weergegeven dat de bus niet is ingeschakeld (“Off”), maar de stroom wel is ingeschakeld en het aantal fouten blijft oplopen, is er mogelijk iets mis met de stekker of het kabelnetwerk. Software installeren| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 41
Rx- en Tx-fouten geven vaak problemen met het fysieke netwerk aan. Dit zijn problemen die kunnen worden opgelost door een connector te vervangen/repareren, een backbone- of netwerkkabel in te korten of het aantal netwerkknooppunten (apparaten) te verminderen. Software installeren| A2004 Gebruikershandleiding...
Wanneer demping niet is ingeschakeld, worden de gegevens in ruwe vorm gepresenteerd, zonder demping. Ú Notitie: Dempinginstellingen worden toegepast op units die tot dezelfde dempinggroep behoren. Zie "Netwerkgroepen" op pagina 42. Software installeren| A2004 Gebruikershandleiding...
(standaardwaarden). Er wordt een melding weergegeven en een volledige setup dient te worden uitgevoerd. Als dit niet correct gebeurt, kan het zijn dat de stuurautomaat niet goed functioneert! Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Aandrijfspanning Voor uw aandrijfeenheid gespecificeerde nominale aandrijfspanning. • Opties: 12 V en 24 V. Ú Notitie: 24 V output is alleen beschikbaar bij 24 V voeding. De instelling moet overeenkomen met de specificatie van de elektromagneet/pomp/motor. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 46
Gebruikt voor het selecteren van het type roerstandterugmelding. In de keuzelijst staan alle compatibele roerstandterugmeldingseenheden die zijn verbonden met het netwerk. Roerstandterugmelder kalibratie Ú Notitie: Alleen beschikbaar als u een roerstandterugmelder hebt geïnstalleerd en geselecteerd als roerbron. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
“koers aanhouden” positie vanwege een klein roer, draaikolken/rondkolkend water dat langs het roer stroomt, of als het een waterjetboot met enkele spuitmond is. Sommige boten kunt u beter op koers houden door de parameter Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 48
(Lichte slingering in de haven kan op kruissnelheid verdwijnen.) Motorvermogen Toont de capaciteit die nodig is voor het verkrijgen van de juiste roersnelheid. De waarde wordt bepaald in de roertest. De automatisch ingestelde waarde kan worden verhoogd of verlaagd. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 49
Configuratie AD80/SD80 Ú Notitie: In A2004 systemen, kunnen de AD80 en SD80 alleen worden gebruikt voor de bediening van de thruster. Methode van aansturing Gebruikt om voor uw aandrijving de juiste aansturingsoutput in te stellen. De volgende opties zijn beschikbaar: •...
Pagina 50
Follow-up/ Geen follow-up besturing. Thruster - Kalibratie Als er een thrusterfeedback beschikbaar is, moet deze worden gekalibreerd. Dit is vereist voor het definiëren van het signaal voor bakboord en stuurboord. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Het uitvoercontact wordt gesloten wanneer de besturing wordt overgenomen door de stuurautomaat • Invoer die kan worden gesloten zolang de stuurinrichting door de stuurautomaat kan worden overgenomen Uitwijken opheffen • - Handmatig opheffen, er wordt teruggeschakeld naar de modus AUTO Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Gebruikt door het stuurautomaatsysteem voor het berekenen van stuurparameters. Kruissnelheid Wordt gebruikt als er geen snelheidsgegevens beschikbaar zijn. De kruissnelheid wordt door het stuurautomaatsysteem gebruikt voor het berekenen van stuurparameters. Overgangssnelheid Ú Notitie: Alleen beschikbaar als het boottype is ingesteld op Planerend. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 53
Ú Notitie: De limiet van de thruster wordt alleen toegepast wanneer de snelheidsbron Log of SOG is en niet als de snelheid handmatig is ingesteld. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: De nulstand van het roer instellen dient altijd te worden uitgevoerd onder kalme omstandigheden, als wind en/of stroming geen effect hebben op de besturing. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 55
Autotune proberen of de stuurautomaat handmatig afstellen. Ú Notitie: Autotune wordt afgeraden als het schip langer is dan ongeveer 30 m of een zeer hoge kruissnelheid heeft. In dat geval wordt handmatig afstellen aangeraden. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
De initiële parameters worden automatisch toegewezen wanneer u uw type boot selecteert. Tijdens de vaartest worden de parameters afgesteld op optimale besturing. De opties op de volgende pagina's zijn voor alle profielen beschikbaar en handmatig instelbaar. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Roer-gain Deze parameter bepaalt de verhouding tussen de opgegeven roerhoek en de fout in de vaarrichting. Hoe hoger de waarde van de roer-gain, hoe meer roer er wordt gebruikt. Als de waarde te laag is, Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 58
Steeds meer tegenroer kan resulteren in meer roeractiviteit, ook bij het varen van een rechte koers, vooral bij hoge golven. De beste manier om de waarde van de tegenroerinstelling te controleren, is tijdens het varen van bochten. De afbeeldingen illustreren de effecten van verschillende tegenroerinstellingen. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 59
Ú Notitie: In VRF modus regelt deze parameter de tijdconstante van de roerschatting. Bij een lagere waarde maakt het roer een snellere schatting en wordt het roer sneller afgestemd op de bewegingen van de boot. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Bepaalt de limiet voor automatische koerswijziging naar het volgende waypoint in een route wanneer de stuurautomaat een route volgt (NAV-modus). Als de koerswijziging groter is dan de ingestelde limiet, wordt u gevraagd te bevestigen dat de volgende koerswijziging acceptabel Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Ú Notitie: De roerlimiet is geen harde beperking van het roerbereik, maar alleen een beperking van de roerbeweging rond het huidige instelpunt. Deze roerlimiet heeft geen invloed op Non-Follow-up-sturen of Follow-up-sturen. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 62
Ú Notitie: Thrusterlimieten worden ingesteld tijdens de installatie en is de max. vaarsnelheid van de boot waarbij de thruster ingeschakeld mag zijn . Wanneer deze snelheidslimiet is uitgeschakeld, moet de thruster handmatig worden ingeschakeld. Setup stuurautomaatcomputer| A2004 Gebruikershandleiding...
Thruster (AD80/SD80) geconfigureerd en gekalibreerd "Kompas instellen" op pagina 54 Kompas gekalibreerd Vaartest voltooid (handmatig of "Testvaart" op pagina 54 via Autotune) "Door de gebruiker te configureren Profielen gedefinieerd en instellingen" op pagina 56 geconfigureerd Verificatie van installatie| A2004 Gebruikershandleiding...
(aangegeven met label 1, 2 en 3 in de tabel hieronder). Instellingen Automatische besturing Bocht type Wendsnelheid Wendradius Aanpassing Roer-gain Tegenroer Autotrim Uit-koers limiet Lage snelheidslimiet Sturen met NAV Navigatierespons Approach angle (Naderingshoek) Course change limit (Limiet koerswijziging) Verificatie van installatie| A2004 Gebruikershandleiding...
Pagina 66
Instellingen XTD limit (XTD-limiet) Drive selecteren Roer Thruster Roer Roer init. Roer limiet Thruster Dode zone Assistentie Verificatie van installatie| A2004 Gebruikershandleiding...
Er gaat een alarm af als de snelheid van het vaartuig onder de opgegeven limiet komt. XTD limit (XTD-limiet) Bepaalt de acceptabele offset-afstand van het vaartuig ten opzichte van de track. Als het vaartuig deze limiet overschrijdt, gaat er een alarm af. Typen alarmmeldingen Er zijn twee typen meldingen: Alarmen| A2004 Gebruikershandleiding...
De overige alarmen staan in het dialoogvenster Alarmen. Alarmpictogrammen Het alarmpictogram blijft in het statuspaneel staan totdat het alarm wordt bevestigd en verholpen. De onderstaande tabel toont het alarmpictogram en het gedrag bij respectievelijk actieve, bevestigde, overgedragen of verholpen alarmen. Alarmen| A2004 Gebruikershandleiding...
• Geluidssignaal stilgezet • Beschrijvende tekst Actief - niet • Geen bevestigd, stilgezet geluidssignaal Waarschu • Beschrijvende wing tekst Actief - bevestigd • Geen geluidssignaal • Beschrijvende tekst Verholpen - niet • Geen bevestigd geluidssignaal Alarmen| A2004 Gebruikershandleiding...
Navico is, moet worden bevestigd op het apparaat dat het alarm genereert. Alarmdialoogvensters Het systeem beschikt over twee alarmpanelen: • Actieve alarmen - Lijst met alle actieve berichten • Alarmhistorie - Alarmgebeurtenissen, zoals type, status en tijd/datum van alarm. Alarmen| A2004 Gebruikershandleiding...
Voor een lijst van mogelijke alarmen en corrigerende handelingen, zie "Bijlagen" op pagina 81. De unit kan ook alarmen weergeven die afkomstig zijn van andere units die zijn aangesloten op het systeem. Raadpleeg de documentatie van de desbetreffende apparatuur voor verdere beschrijvingen van deze alarmen. Alarmen| A2004 Gebruikershandleiding...
Back-up en herstel van systeemgegevens Het systeem heeft een functie voor back-up en herstel waarmee u systeeminstellingen en configuratiebestanden van de stuurautomaat kunt back-uppen en herstellen. Onderhoud| A2004 Gebruikershandleiding...
De unit selecteert automatisch de optie importeren of exporteren, afhankelijk van het geselecteerde bestandstype. Software-update De A2004 beschikt over een USB-poort achterop. Deze poort kunt u voor software-updates gebruiken. U kunt software-updates uitvoeren voor de eenheid en voor de NMEA 2000-sensoren die op het netwerk van A2004 zijn aangesloten.
Maattekeningen A2004 zonder beugel 55.4 mm 177.0 mm 56.1 mm (2.18") (6.97") (2.21") 23.1 mm 33.0 mm (0.91") (1.30") A2004 met beugel 56.1 mm 55.4 mm 204.8 mm (2.21") (2.18") (8.06”) 84.6 mm (3.33") Maattekeningen| A2004 Gebruikershandleiding...
Lijst met mogelijke alarmen en corrigerende maatregelen Autopilot alarms Alarm/Warning Possible cause Recommended action • Was active controller switched off/put to sleep? Autopilot computer has lost contact • Take command with a different controller/remote Active control unit missing with active control unit. •...
Pagina 83
Alarm/Warning Possible cause Recommended action • Check device list for valid speed source • Try a new automatic source update The speed signal from the GPS or the Boat speed missing • Check the GPS, log, and cable connections log is missing. •...
Pagina 84
Alarm/Warning Possible cause Recommended action • Check connectors and cables • Check that the rudder angle measurement and the actual Motor or solenoid drive electronics Drive inhibit physical rudder position corresponds critically overloaded. • Try to hand steer the rudder and verify that the rudder can be moved freely •...
Pagina 85
Alarm/Warning Possible cause Recommended action • Check that the two U_CTRL dip switches on the AD80 board is set correctly (ref. cable connection label inside faulty unit) º If drive control signal is 4-20 mA current or voltage using internal ±10 V reference, switches must be set to Drive reference voltage INT.
Pagina 86
Alarm/Warning Possible cause Recommended action • Ensure there is no shortage to ground or cabling damage Bypass valve or clutch is drawing • Disconnect cable from autopilot computer to motor, and Engage output overload excessive current. make sure there is no alarm when engaging FU or AUTO mode Lost communication with EVC system •...
Pagina 87
Alarm/Warning Possible cause Recommended action • Check cable length, bus load and bus supply feeding point Low CAN bus voltage CAN bus voltage < 9 V. • If possible, check if fault disappears by disconnecting some units. • Check battery/charger condition Low supply voltage Supply voltage <10 V (12 V -15%).
Pagina 88
Alarm/Warning Possible cause Recommended action • For SD80, check that port/stbd led is activated (ref label in cover for location • Replace the autopilot computer drive board • Check connectors and cables • Check rudder feedback transmission link (not applicable for Virtual feedback installations) No rudder response No response to rudder command.
Pagina 89
Alarm/Warning Possible cause Recommended action • Check that the GPS antenna has a clear view of the sky • Check device list for valid position source • Try a new automatic source update Position data missing Position data from the GPS is missing. •...
Pagina 90
Alarm/Warning Possible cause Recommended action The vessel speed exceed the set limit for when the thruster can be used. • Notification only, reduce speed to reactivate thruster Thruster inhibited The Thruster inhibit limit will only apply • Adjust Thruster inhibit limit settings when speed source is Log or SOG, not if the speed is set.