3
24
Stuurautomaatmodi
De stuurautomaat heeft verschillende stuurmodi. Het aantal modi
en functies binnen een bepaalde modus is afhankelijk van de
stuurautomaatcomputer, het boottype en de beschikbare
ingangen, zoals uitgelegd in de beschrijving van de volgende
besturingsmodi.
Externe systeemschakelaar
Er kan een externe schakelaar worden gebruikt voor de overgang
van handmatige naar automatische besturing.
Bij de beschrijvingen van de modi op de volgende pagina's is ervan
uitgegaan dat een externe systeemschakelaar is geopend voor
besturing met de stuurautomaat, of dat er geen externe schakelaar
is geïnstalleerd.
Handbesturing
De modus Standby
De modus Standby wordt gebruikt wanneer de boot met de hand
aan het roer wordt bestuurd.
Schakel over naar de modus Standby door op de knop STBY te
•
drukken.
Ú Notitie:
Als de sensor cruciale gegevens voor de werking van
de stuurautomaat verliest (bijv. reactie van het roer) wanneer de
stuurautomaat in een automatische modus draait, schakelt het
systeem automatisch over naar de modus Standby.
Modus Non-Follow-Up (NFU)
In de modus NFU kunt u het roer bedienen met de knoppen
Bakboord en Stuurboord op de controller. Het roer blijft bewegen
zo lang u de knop ingedrukt houdt.
•
Selecteer de modus NFU door op de knop Bakboord of
Stuurboord te drukken wanneer de stuurautomaat zich in de
modus Standby of FU bevindt.
Stuurautomaatmodi
| A2004 Gebruikershandleiding