20
Werkprofiel selecteren
U kunt de stuurautomaat instellen met 3 verschillende profielen die
gerelateerd zijn aan verschillende werkmodi. Zie voor meer
informatie "Werkprofielen" op pagina 35.
1.
Druk op de knop WORK om de werkprofielopties weer te geven
2.
Druk herhaaldelijk op de knop WORK of gebruik de draaiknop
om het gewenste profiel te selecteren
- De selectie verloopt en het geselecteerde werkprofiel wordt
geactiveerd. U kunt uw keuze ook bevestigen door op de
draaiknop te drukken.
De naam van het gebruikte werkprofiel wordt weergegeven in het
paneel met de modusstatus.
Werken met thrusters
Er kan één thruster worden aangesloten op de stuurautomaat. De
thruster kan worden geconfigureerd voor verschillende
werkprofielen. Het gebruikte werkprofiel bepaalt of het schip kan
worden bestuurd door het roer, de thrusters of door zowel het roer
als de thruster.
Thruster - Instellingen
Twee instellingen bepalen hoe de thrusters door de stuurautomaat
worden gebruikt:
Thruster - beperken snelheid - limiet die wordt ingesteld in de
•
haven
- Deze instelling zet de thrusters uit wanneer het schip sneller
vaart dan een ingestelde snelheidslimiet
Basisbediening
| A2004 Gebruikershandleiding