De watertank bevindt zich achter het bedieningspaneel.
→ "Watertank vullen", Pagina 19
5 Functies
Hier krijgt u een overzicht van de hoofd- en andere
functies van uw apparaat.
Om het menu te openen op
Functie
Gebruik
Verwar-
Fijn afgestemde verwarmingsmethoden
mingsme-
voor een optimale bereiding van uw ge-
thoden
rechten kiezen.
→ "Verwarmingsmethoden", Pagina 11
Gerechten
Geprogrammeerde, aanbevolen instel-
lingen voor verschillende gerechten ge-
bruiken.
→ "Gerechten", Pagina 26
Magnetron
Met magnetron sneller bereiden, verhit-
ten of ontdooien.
→ "Magnetron", Pagina 21
Magnetron-
Om de bereidingstijd te verkorten, mag-
combinatie
netron op een verwarmingsmethode in-
stellen.
→ "Magnetroncombinatie", Pagina 23
5.1 Verwarmingsmethoden
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw
gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over
de verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Sym-
Verwarmingsmetho-
bool
den
4D hete lucht
Boven- en onder-
warmte
1
2
3
drukken.
Temperatuurbe-
Gebruik en werkwijze
reik
Eventuele extra functies
30 - 275 °C
Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
30 - 300 °C
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige bedek-
king.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
1
Tankdeksel
2
Opening voor het vullen en leegmaken
3
Handgreep voor het verwijderen en inschuiven
van de watertank
Functie
Gebruik
Stoom
Met stoommethoden gerechten behoed-
zaam bereiden.
→ " Stoom", Pagina 19
Droogfunc-
Altijd gebruiken na de bereiding met
tie
stoom of met de magnetron.
→ "Drogen", Pagina 34
Ontkalken
Hierdoor verwijdert u de kalk uit de ver-
damper.
→ "Ontkalken", Pagina 33
Zelfreiniging Met de zelfreiniging wordt uw oven zelf-
standig gereinigd.
→ "Zelfreiniging", Pagina 31
Basisinstel-
Basisinstellingen aanpassen. Basisin-
lingen
stellingen → Pagina 28
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het ap-
paraat u een passende temperatuur of stand voor. U
kunt de waarde overnemen of wijzigen in het weerge-
geven gebied.
Bij temperatuurinstellingen boven 275 °C en grillstand
3 verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 mi-
nuten tot ca. 275 °C resp. grillstand 1.
Functies nl
11