5.4.1. Starten van de dieselmotor
Door aan de startsleutel op de bedieningskast op het platform te draaien wordt het volgende verkregen:
Op de stand "0" is de dieselmotor uit.
Op de stand "3 sec" vindt het voorgloeien van de bougies plaats (alleen bij motoren met bougies).
Op de stand "Start" start de motor.
Blijf niet langer dan 3 seconden op de startstand doorgaan. Indien de motor niet aanslaat moet u nadat u het
brandstofniveau aan de hand van het betreffende lampje gecontroleerd heeft het gebruiks- en
onderhoudsboekje van de motor raadplegen.
Start de motor niet als de motor reeds draait; door deze manoeuvre kan het tandwiel van de startmotor kapot
gaan (onder normale omstandigheden verhindert het besturingssysteem deze manoeuvre in ieder geval).
Controleer in geval van storingen in de werking de controlelampjes van de motor en raadpleeg het gebruiks-
en onderhoudsboekje van de motor.
OPMERKING: Het starten van de dieselmotor is alleen mogelijk als het dodemanspedaal niet ingetrapt is of in
ieder geval niet werkzaam is. Dit betekent dus dat de motor alleen gestart kan worden als het groene lampje
ON op het platform knippert.
Stopzetting van de machine
5.5.
5.5.1. Normale stopzetting
Tijdens het normale gebruik van de machine:
door de bedieningselementen los te laten stopt de manoeuvre. De stopzetting vindt op een in de fabriek
afgestelde tijd plaats waardoor een soepele remwerking mogelijk is.
door het dodemanpedaal op het platform los te laten wordt de manoeuvre onmiddellijk gestopt. Vanwege het
plotselinge stoppen is de remwerking in dit geval bruusk.
5.5.2. Noodstopzetting
Indien de omstandigheden dit vereisen kan de bediener alle functies van de machine zowel op het platform als vanaf de
bedieningskast op de grond onmiddellijk stopzetten.
vanaf de bedieningspost op het platform:
door op de paddestoelknop op de bedieningskast te drukken wordt de machine uitgeschakeld;
door het dodemanspedaal in te trappen wordt de manoeuvre onmiddellijk gestopt. Vanwege het plotselinge
stoppen is de remwerking in dit geval bruusk.
Vanaf de bedieningspost op de grond:
door op de stopknop van de bedieningspost op de grond (indien aanwezig) te drukken wordt de machine
uitgeschakeld (geldt voor alle modellen) en slaat de verbrandingsmotor af;
door op de rode stopknop van de vermogensleiding te drukken wordt de stroomvoorziening naar de machine
uitgeschakeld (onderbreking van de vermogensstroomkring).
Om het werk te kunnen hervatten moet u:
Vanaf de bedieningspost op het platform:
de stopknop een kwartslag met de wijzers van de klok mee draaien (naar rechts).
Vanaf de bedieningspost op de grond:
de stopknop een kwartslag met de wijzers van de klok mee draaien (naar rechts);
de rode knop van de vermogensstroomkring een kwartslag met de wijzers van de klok mee draaien (naar
rechts) -totdat u een klik hoort- om de stroomvoorziening naar de machine weer in te schakelen.
Gebruik en onderhoud – Serie A12 JRTD A15 JRTD
Blz. 38