Gebruiksvoorschriften
3.3.
3.3.1. Algemene voorschriften
De elektrische en de hydraulische installatie zijn uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die door de constructeur ingeregeld en
verzegeld zijn.
DE INSTELLING VAN GEEN VAN DE ONDERDELEN VAN DE ELEKTRISCHE EN DE HYDRAULISCHE
INSTALLATIE MAG EIGENMACHTIG VERSTELD OF VERANDERD WORDEN.
De machine mag alleen op goed verlichte plaatsen gebruikt worden en daarbij moet gecontroleerd worden of het
terrein egaal en stevig genoeg is. De machine mag niet gebruikt worden als er niet voldoende verlichting is. De
machine is niet voorzien van eigen verlichting.
Alvorens de machine in gebruik te nemen moet worden gecontroleerd of de machine intact is en in goede staat
verkeert.
Tijdens de onderhoudswerkzaamheden mag het eventuele afval niet achteloos worden weggegooid, maar moeten
de geldende normen in acht genomen worden.
Verricht geen reparaties of onderhoudswerkzaamheden als de machine op de netvoeding is aangesloten. Wij
adviseren om de aanwijzingen die in de volgende paragrafen staan op te volgen.
Kom niet met warmtebronnen of open vuur in de buurt van onderdelen van de hydraulische en de elektrische
installatie.
De maximum toegestane hoogte mag niet worden opgehoogd door steigers, ladders of iets dergelijks te monteren.
Als de machine opgeheven is mag het platform niet aan welke constructies dan ook (balken, pilaren of muren)
vastgemaakt worden.
De machine mag niet als een hijskraan, een goederenlift of een gewone lift gebruikt worden.
Er dient voor gezorgd te worden dat de machine (dit geldt met name voor de bedieningskast op het platform met de
speciale kap - optie) en de bediener tijdens het werken in een vijandige omgeving (verven, verf afbranden,
zandstralen, wassen enz.) beschermd worden.
Het gebruik van de machine bij ongunstige weersomstandigheden is verboden; met name mag de wind de in het
hoofdstuk "Technische gegevens" vermelde grenzen niet overschrijden (om de snelheid ervan te weten zie de
volgende hoofdstukken).
De machines waarvoor de grens van de windsnelheid gelijk is aan 0 m/s mogen uitsluitend in gebouwen gebruikt
worden.
In geval van regen of bij het parkeren van de machine moet de bedieningskast op het platform afgedekt worden
door de speciale kap (optie) te gebruiken.
Gebruik de machine niet in ruimten waar explosie- of brandgevaar bestaat.
Het is verboden om waterstralen onder druk (hogedrukreinigers) te gebruiken om de machine schoon te maken.
Het is verboden om het werkplatform te overbelasten.
Stoten tegen en/of contact met andere voertuigen en vaste constructies moet vermeden worden.
Het is verboden om het werkplatform te verlaten of te betreden als het platform niet in de van tevoren bepaalde
stand voor het betreden of het verlaten ervan staat (zie het hoofdstuk "Toegang tot het platform").
3.3.2. De machine verplaatsen
Telkens voordat de machine verplaatst wordt moet altijd nagegaan worden of eventuele verbindingsstekkers uit het
voedingspunt gehaald zijn. Als de machine gevoed wordt met een elektrische pomp van 230V moet tijdens het
verplaatsen altijd de positie van de kabel in de gaten gehouden worden.
Gebruik de machine niet op rulle terreinen of terreinen die niet stevig zijn om te voorkomen dat de machine zijn
stabiliteit verliest. Om te voorkomen dat de machine omkiept moet het maximum toegestane hellingspercentage
aangehouden worden dat in de paragraaf met betrekking tot de technische gegevens, onder het kopje
"stabiliteitsgrenzen", staat vermeld. In ieder geval is tijdens het verplaatsen van de machine op hellende terreinen
de grootst mogelijke voorzichtigheid geboden.
Zodra het platform omhoog gaat (er bestaat een zekere tolerantie die van model tot model verschilt) wordt
automatisch de veilige rijsnelheid ingeschakeld (alle modellen die in deze handleiding beschreven zijn hebben de
stabiliteitstests die in overeenstemming met de norm EN280:2001 verricht zijn doorstaan).
Gebruik en onderhoud – Serie A12 JRTD A15 JRTD
Blz. 20