Informatie
U kunt ook één keer op een pijlknop tikken om de richting aan te geven en
vervolgens met pedaaldruk de lijn in deze richting doortrekken.
Belangrijk
Let erop dat de contour zich binnen het mogelijke naaiveld van uw
speciale machine bevindt. Houd er met name bij boogvormige trajecten
rekening mee dat begin- en eindpunt niet rechtstreeks worden verbonden,
maar dat er een boogvorm tussen wordt genaaid.
8. Tik op de knop OK.
Het naadtraject wordt met de ingevoerde parameters overgenomen.
Nog meer naadtrajecten toevoegen
U kunt nu alle andere naadtrajecten volgens dezelfde methode instellen.
1. Begin elk nieuw naadtraject weer met stap 4.
Naadtraject verwijderen
1. Tik op de knop Delete (Verwijderen).
Het laatste naadtraject wordt verwijderd.
Programma opslaan
Wanneer u alle naadtrajecten hebt ingesteld, kunt u het programma
opslaan en een naam geven.
1. Tik op de knop Save as (Opslaan als).
Het venster voor het invoeren van de programmanaam wordt
2. Voer de gewenste naam in ( P. 41) en neem deze met CR over.
Het programma is nu onder deze naam beschikbaar voor naaien,
Belangrijk
Voer na elk nieuw programma dat u instelt een contourtest uit ( P. 55).
Zorg ervoor dat de contour zich binnen de naaiveldgrenzen van uw instal-
latie bevindt.
54
geopend.
wijzigen of kopiëren.
Programmering
Bedieningshandleiding 911-211 - 05.0 - 08/2019