Wisselen tussen hoofd- en kleine letters
1. Tik op de knop Aa (5).
Laatste teken verwijderen
1. Tik op de knop DEL (4).
Invoer overnemen
1. Tik op de knop CR (3).
De ingevoerde tekst wordt overgenomen en het tekstinvoervenster
5.4.8 Waarde-invoer voor parameters
Als er waarden voor programma- en machineparameters moeten worden
ingevoerd, wordt er een venster voor waarde-invoer geopend.
Afb. 28: Waarde-invoer voor parameters
(1) - Titelregel
(2) - Statusregel
(3) - Symbool
De titelregel (1) geeft de parametergroep aan.
In de statusregel (2) staat welke parameter wordt bewerkt.
Daaronder wordt het symbool (3) voor de bijbehorende parameter
weergegeven.
Onder het symbool (3) staat het opgegeven waardebereik (4) voor de
parameter.
Onder het waardebereik (4) staat in het invoerveld (5) de momenteel
geldige waarde.
Waarde invoeren
1. Tik op de gewenste cijfertoets(en) (6).
42
wordt gesloten.
①
②
③
④
⑤
Programmering
(4) - Waardebereik
(5) - Invoerveld
(6) - Cijfertoetsen
Bedieningshandleiding 911-211 - 05.0 - 08/2019
⑥