Scheidingsafstanden (vervolg)
Voor zenders met een maximaal uitvoervermogen dat hierboven niet opgenomen is, kan de aanbevolen scheidingsafstand in
meters (m) bepaald worden aan de hand van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P de
waarde in watt (W) is van het maximale uitgangsvermogen van de zender zoals opgegeven door de fabrikant van de zender.
Opmerking 1: bij 80 MHz en 800 MHz is de scheidingsafstand voor het hogere frequentiebereik van toepassing.
Opmerking 2: de ISM-banden (industriële, wetenschappelijke en medische) tussen 150 kHz en 80 MHz zijn 6.765 MHz tot
6.795 MHz, 13.553 MHz tot 13.567 , 26.957 MHz tot 27 .283 MHz en 40,66 MHz tot 40,70 MHz.
Opmerking 3: bij de berekening van de aanbevolen scheidingsafstand voor zenders in de ISM-frequentiebanden tussen 150
kHz en 80 MHz en het frequentiebereik 80 MHz tot 2,5 GHz, wordt een extra factor 10/3 gebruikt om de waarschijnlijkheid
te reduceren dat mobiele/draagbare communicatieapparatuur interferentie zou kunnen veroorzaken als deze per ongeluk in
gebieden rond patiënten wordt gebracht.
Opmerking 4: deze richtlijnen zijn wellicht niet in alle omstandigheden van toepassing. Elektromagnetische voortplanting
wordt beïnvloed door absorptie en weerkaatsing van structuren, objecten en mensen.
Naleving van de regelgeving
Wijzigingen of aanpassingen van dit product die niet uitdrukkelijk goedgekeurd zijn door Defibtech, kunnen de
bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te bedienen, tenietdoen.
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de regels van de Amerikaanse FCC en Industry Canada Radio Standard RSS-
210. Het gebruik van het apparaat moet voldoen aan de volgende twee voorwaarden:
(1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken en
(2) dit apparaat moet iedere ontvangen storing accepteren, ook storing die de werking van het apparaat negatief kan
beïnvloeden.
Dit apparaat is getest en is in overeenstemming bevonden met de beperkingen van een digitaal apparaat van klasse
B, conform deel 15 van de regels van de Amerikaanse FCC. Deze beperkingen zijn bedoeld om een redelijke
bescherming te bieden tegen schadelijke storingen in een woonomgeving. Dit apparaat produceert en gebruikt
radiofrequentie-energie en kan deze uitstralen, en kan, indien niet volgens de instructies geïnstalleerd en gebruikt,
radiocommunicatie verstoren. Er is echter geen garantie dat er in bepaalde situaties geen storing zal optreden.
Als dit apparaat radio- of televisieontvangst stoort, wat kan worden vastgesteld door het apparaat uit en weer in te
schakelen, dan kan de gebruiker proberen de storing op te heffen op één of meer van de volgende manieren:
• De ontvangstantenne heroriënteren of verplaatsen.
• De afstand vergroten tussen de apparatuur en de ontvanger.
• Het apparaat aansluiten op een stopcontact van een ander circuit dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
• Raadpleeg de verkoper of een ervaren radio- of tv-monteur.
CE-keurmerk en overeenstemming Europese Unie – radiozender
Defibtech, LLC verklaart dat de AED-radiozender van de DDU-2000-reeks in overeenstemming is met de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen in Richtlijn 1999/5/EC. De toepasselijke normen zijn te vinden in het gedeelte
"Omgeving" in hoofdstuk 11 van deze handleiding.
67
67
DAC-E2510NL-BA