Opbouw en werking van de basismachine
5
Opbouw en werking van de basismachine
5.1
Functie
36
De spuitpomp (1) zuigt via de zuigarmatuur en de zuigfilter (2)
•
de spuitvloeistof uit de spuitvloeistoftank.
vers water via de externe zuigaansluiting (3).
•
spoelwater uit de spoelwatertank.
•
De aangezogen vloeistof stroomt zo via de drukfilter (4) naar de deel-
breedtekleppen (5) en roerwerk.
Als alternatief gaat de vloeistof naar de inwendige reiniging (7), de
sproeilans (8), de containerspoeling (9) of de snelle leging (10).
Alle functies worden via schakelkranen en afsluitkranen gestuurd. Via
de bedieningsterminal wordt het spuiten in- en uitgeschakeld.
FT-P1502 BAG0237.2 07.22