Algemene veiligheidsinstructies
Transport van de machine
22
Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende
•
verkeersregels te houden!
•
Controleer voor transport
of voedingskabels correct zijn aangebracht
ο
of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is
ο
ο
het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lo-
pende gebreken
of de handrem volledig los is
ο
ο
de werking van het remsysteem.
•
De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en
remvermogen
Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en
gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden niet alleen het
rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor.
•
Gebruik zo nodig gewichten aan de voorzijde!
De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20% van het
eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van
voldoende stuurvermogen.
Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in overeen-
•
stemming met de voorschriften aan de daartoe bestemde beves-
tigingspunten!
Houd rekening met het maximale laadvermogen van de aange-
•
bouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting
en oplegdruk van de tractor!
De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met aange-
•
bouwde of aangekoppelde machine) over voldoende remvertra-
ging te beschikken!
Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden!
•
Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in
•
bochten rekening met de grote uitzwaai en de middelpuntvlie-
dende kracht van de machine!
•
Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de trekstan-
gen van de tractor is bevestigd, dient u er vóór transport voor te
zorgen dat de trekstang aan de zijkant voldoende is vastgezet!
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
•
transportstand!
Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de
•
transportstand vast om te voorkomen dat zij van positie verande-
ren. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde trans-
portbeveiligingen!
•
Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de drie-
puntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de aange-
bouwde of aangekoppelde machine te voorkomen!
•
Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen,
zoals verlichting, waarschuwingssystemen en beschermings-
voorzieningen, op de juiste wijze aan de machine zijn gemon-
teerd!
Controleer vóór transport door middel van een visuele controle
•
of de bouten van de topstang en trekstang met de lunspen zijn
geborgd.
Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan!
•
FT-P1502 BAG0237.2 07.22