Montage
5.4 Uitlijnen en bevestigen
• De op het vermogensplaatje aangegeven temperatuurklasse van de machine moet gelijk zijn
aan of hoger zijn dan de temperatuurklasse van het mogelijkerwijs optredende brandbare
gas.
• Kies de optionele aanbouwonderdelen conform de eisen van de richtlijn 2014/34/EU, IECEx-
schema of de overeenkomstige nationale voorschriften.
5.4
Uitlijnen en bevestigen
Let bij het uitlijnen en de bevestiging op het volgende:
• Let bij het monteren van de voeten en flenzen op een gelijkmatige uitlijning.
• Bij wandmontage dient u de machine aan de onderzijde te stutten door bijvoorbeeld een
steunlijst, of u zet de machine met een pen- en gatverbinding vast.
• Richt de machine met koppeling nauwkeurig uit.
• Zorg voor schone bevestigingsoppervlakken.
• verwijder aanwezig corrosiewerend middel met witte spiritus.
• vermijd constructie-afhankelijke resonanties bij de draaifrequentie en de dubbele
netfrequentie.
• Let op ongewone geluiden bij het draaien van de rotor met de hand.
• Controle van de draairichting in ongekoppelde toestand.
• vermijd starre koppelingen.
• herstel beschadigingen van de lak onmiddellijk en deskundig.
5.4.1
Nalakken van ex-machines
Opmerking
Nalakken van Ex-machines
Neem bij machines met explosiebeveiliging het hoofdstuk Nalakken in acht.
74
1MB..5/6 ashoogte 71 ... 355
Bedieningshandleiding, 04/2023, A5E44264501A