Meerbeeldenscherm (
Hiermee legt u bewegende onderwerpen vast in een reeks van 4, 9 of 16 foto's en
worden deze in één opgedeeld scherm weergegeven. Geluid wordt normaal opgenomen.
Een reeks van 4 beelden
Beelden mengen (
Met deze functie voegt u aan uw films een kader, animatie of achtergrond toe vanaf de
geheugenkaart.
Schakel de digitale effecten uit [D.EFFECT OFF] als u deze niet gebruikt.
Ook als u de digitale effecten uitschakelt of het opnameprogramma wijzigt,
onthoudt de camcorder de door u laatst geselecteerde instelling. U moet echter
wel opnieuw de foto selecteren voor de mengfunctie.
Een fader selecteren
(
58)
1. Zet de camcorder in de stand voor het opnemen van films
(
andere stand dan
2. Druk op de FUNC.-toets.
3. Selecteer met (
de digitale effecten in de kolom aan de linkerzijde en
selecteer met (
in de balk aan de onderzijde en druk op (
4. Selecteer met (
De geselecteerde fader wordt gedemonstreerd op het huidige scherm en wordt ook
weergegeven in een kleine animatie in de rechterhoek van de balk aan de onderzijde.
5. Druk op de FUNC.-toets om de instelling op te slaan en het menu te
sluiten.
Het symbool van de geselecteerde fader verschijnt.
6. Druk op de D.EFFECTS-toets.
• Het symbool verandert in groen en de fader wordt geactiveerd.
• De fader wordt uitgeschakeld als u opnieuw op de
D.EFFECTS-toets drukt.
7. Infaden: druk in de opnamepauzestand
Uitfaden: druk in de opnamestand
70
Een reeks van 9 beelden
72)
D.EFFECT OFF
) en draai de programmakeuzeschakelaar naar een
.
) eerst het huidige symbool van
) vervolgens de optie [
) een fader in de lijst.
op de start/stop-toets.
op de start/stop-toets.
71)
Een reeks van 16 beelden
FADER]
).