Foto's weergeven
1. Schuif de aan/uit-schakelaar naar
ON.
2. Schuif de aan/uit-schakelaar naar
MODE en laat deze los om de
camcorder in de stand PLAY te
zetten (
10).
De groene indicator PLAY gaat
vervolgens branden.
3. Zet de
/
schakelaar in de
stand
(foto's).
4. Wijzig, indien nodig, de
opslaglocatie (kaart of schijf) met
de procedure die staat
beschreven in het hoofdstuk
Foto's maken (
Zolang u geen andere opslaglocatie
kiest, toont de camcorder de gemaakte
foto's vanaf de opslaglocatie die het
laatst is geselecteerd.
5. Gebruik (
) op de meerkeuzeschakelaar om van de ene naar de
andere foto te gaan.
Het volgende wordt mogelijk niet goed weergegeven: Foto's die niet met deze
camcorder zijn gemaakt, foto's die zijn bewerkt op een computer of die zijn
gedownload vanaf een computer (behalve de voorbeeldopnamen voor de
mengfunctie) en foto's waarvan de bestandsnamen zijn gewijzigd.
Als het symbool van de schijf/kaarttoegang ("
verschijnt en wanneer de schijftoegangsindicator (DISC) of
kaarttoegangsindicator (CARD) brandt of knippert, moet u zich aan de volgende
voorschriften houden. U kunt anders uw gegevens voorgoed kwijtraken.
- Open de afdekking van de schijf of geheugenkaart niet en verwijder de schijf
of geheugenkaart niet.
- Haal de stekker niet uit het stopcontact en zet de camcorder niet uit.
- Wijzig de stand van de
Diashow
(
58)
1. Druk op de FUNC.-toets.
2. Selecteer de optie [
meerkeuzeschakelaar en druk op (
3. Selecteer de optie [START] met (
druk op (
).
Druk op de FUNC.-toets om de diashow te stoppen.
34).
/
SLIDESHOW
SLIDESHOW] met (
" of "
schakelaar en de bedieningsstand niet.
) op de
).
) op de meerkeuzeschakelaar en
Ne
") op het scherm
39