Temperatuurbeveiliging bij lage om-
gevingstemperaturen
Met een veiligheidsthermostaat wordt
voorkomen dat de temperatuur in het
apparaat te sterk daalt. Wanneer de
omgevingstemperatuur lager is dan de
temperatuur in het apparaat, schakelt
de verwarming in het apparaat in. Deze
houdt de binnentemperatuur constant.
Daalt de omgevingstemperatuur nog
verder, dan wordt het apparaat op den
duur automatisch uitgeschakeld.
Isolatieplaat voor thermische schei-
ding
De binnenruimte van het apparaat
wordt door twee vaste isolatieplaten in
drie zones verdeeld, waarvoor u ver-
schillende temperaturen kunt instellen.
Zo kunt u drie verschillende soorten
wijn (zoals rode wijn, witte wijn en
champagne) tegelijkertijd in het appa-
raat opslaan.
Met de isoleerlijsten aan de binnenkant
van de glazen deur wordt voorkomen
dat er een temperatuuruitwisseling tus-
sen de afzonderlijke temperatuurzones
plaatsvindt.
De optimale temperatuur en luchtkwaliteit
Temperaturen instellen
De temperatuur kan voor elke wijnkli-
maatzone afzonderlijk worden inge-
steld.
Raak de sensortoets van de wijnkli-
maatzone aan waarvoor u de tempe-
ratuur wilt wijzigen, zodat deze geel
oplicht.
Op de display verschijnt de op dat mo-
ment geldende temperatuur voor de ge-
kozen wijnklimaatzone.
Stel de temperatuur in met beide
toetsen onder de display.
Het aanraken van de toetsen heeft de
volgende effecten:
– de temperatuur daalt
– de temperatuur stijgt
Raak de OK-toets aan om uw keuze
te bevestigen
of
wacht ongeveer 5 seconden nadat u
voor het laatst op een toets hebt ge-
drukt.
Tijdens het instellen van de temperatuur
knippert de temperatuuraanduiding.
27