Bedieningspaneel
a In-/uitschakelen
van de hele wijnklimaatkast
b Optische interface
(alleen voor de klantendienst)
c Toetsen voor de bovenste of onderste klimaatzone
d In-/uitschakelen van de functie DynaCool (constante luchtvochtigheid)
e In-/uitschakelen van de presenteerverlichting
f De temperatuur instellen
( voor kouder)
g Een keuze bevestigen (OK-toets)
h De temperatuur instellen
( voor warmer)
i Instellingsmodus in-/uitschakelen
j Temperatuur- resp. deuralarm uitschakelen
k Display met temperatuuraanduiding en symbolen (de symbolen zijn alleen
zichtbaar in de instellingsmodus; zie de tabel voor de betekenis van de symbo-
len)
Beschrijving van het toestel
15