6.5.4
110-0002-07NL
Skyroof-dakluik voor T-modellen (optionele uitrusting)
→ Sluit dakluik en open rolgordijnen voordat u gaat rijden.
→ Sluit het verduisteringsrolgordijn overdag max. 2/3 om warmteontwikkeling
te vermijden.
→ Laat de rolgordijnen open bij langer niet-gebruik van het voertuig.
Afb. 48
Skyroof-dakluik
Skyroof-dakluik openen:
1. Ontgrendel de vier vergrendelingen (Afb. 48, pos. 1) aan het dakluik.
2. Open het dakluikraam tot de gewenste stand.
3. Zet de aan de zijkant aangebrachte uitzetpoten (Afb. 48, pos. 3) vast met
de kartelwieltjes (Afb. 48, pos. 2).
Skyroof-dakluik sluiten:
1. Dakluik met een hand ondersteunen.
2. Draai de kartelwieltjes (Afb. 48, pos. 2) tegen de wijzers van de klok in,
totdat de vergrendeling loskomt.
3. Sluit het dakluik volledig.
4. Vergrendel de vier vergrendelingen(Afb. 48, pos. 1) in de houders
(Afb. 48, pos. 4).
Skyroof-dakluik in stand "Permanente ventilatie" zetten:
→ De "permanente ventilatie"-stand is niet toegestaan tijdens het rijden.
Bij regen kan in de raamstand „Permanente ventilatie" spatwater in het
woongedeelte binnendringen. Sluit daarom de uitzetramen volledig.
1. Ontgrendel de vier vergrendelingen (Afb. 48, pos. 1) aan het dakluik.
2. Druk het dakluikraam licht naar buiten.
3. Vergrendel de vier vergrendelingen (Afb. 48, pos. 1) in de uitsparingen
(Afb. 48, pos. 5) van de houders (Afb. 48, pos. 4).
6
Wonen
65