12
Onderhoud
12.5.8
160
Gloeilamp van de achterlichten vervangen
Afb. 138 Gloeilamp van de achterlichten vervangen
Gloeilamp vervangen:
Beschadiging van de achterverlichting!
Wanneer bij het vervangen van de gloeilamp aan de achterlichtbehuizing
(Afb. 138, pos. 1) met ongeschikt gereedschap wordt gewerkt of wanneer
de kabels te zwaar belast worden, kan dit de achterlichten beschadigen.
→ Gebruik geen scherp of puntig gereedschap! Niet rukken!
→ Laat de achterlichtbehuizing (Afb. 138, pos. 1) niet aan de kabels hangen!
Trek niet aan de kabel!
1. Trek de achterlichtbehuizing (Afb. 138, pos. 1) er aan de bovenkant zo-
ver eruit, tot de bevestigingsclip (Afb. 138, pos. 2) zichtbaar wordt.
2. Druk bevestigingsclip (Afb. 138, pos. 2) naar beneden en trek de behui-
zing van de achterverlichting (Afb. 138, pos. 1) verder naar buiten.
3. Til de achterlichtbehuizing (Afb. 138, pos. 1) op en haal de opstaande
rand (Afb. 138, pos. 3) uit de uitsparing (Afb. 138, pos. 4).
4. Neem de achterlichtbehuizing (Afb. 138, pos. 1) er voorzichtig helemaal
uit en houd deze vast of leg hem op aan een geschikte plaats neer.
5. Trek de ingestoken lampsokkel (Afb. 138, pos. 5) los en vervang de
defecte gloeilamp.
Inbouw gebeurt in de omgekeerde volgorde.
110-0002-07NL