110-0002-07NL
1
3
Afb. 41
Vergrendeling uitzetramen
1 Vergrendelingshendel
2 Opstaande rand
Uitzetraam openen:
1. Druk de beveilligingsknop (Afb. 41, pos. 3) in en houd deze ingedrukt.
2. Vergrendelingshendel (Afb. 41, pos. 1) horizontaal of verticaal plaatsen.
3. Uitzetraam in de gewenste positie openen;
Uitzetraam blijft in de gewenste stand vergrendeld.
Uitzetraam sluiten:
1. Uitzetraam sluiten.
2. Druk de beveilligingsknop (Afb. 41, pos. 3) in en houd deze ingedrukt.
3. Vergrendelingshendel (Afb. 41, pos. 1) horizontaal of verticaal plaatsen.
Uitzetraam in stand "Permanente ventilatie" zetten:
→ De "permanente ventilatie"-stand is niet toegestaan tijdens het rijden.
Bij regen kan in de raamstand „Permanente ventilatie" spatwater in het
woongedeelte binnendringen. Sluit daarom de uitzetramen volledig.
1. Druk de beveilligingsknop (Afb. 42, pos. 3) in en houd deze ingedrukt.
2. Vergrendelingshendel (Afb. 42, pos. 1) horizontaal of verticaal plaatsen.
3. Uitzetraam enigszins naar buiten drukken.
4. Druk de beveilligingsknop (Afb. 42, pos. 3) in en houd deze ingedrukt.
5. Sluit de vergrendelingshendel zo dat de opstaande rand (Afb. 42, pos. 2)
in het midden van de vergrendelingshendel (Afb. 42, pos. 1) zit.
6. Zorg ervoor dat de beveiligingsknop niet ingedrukt is, maar de vergrende-
linghendel (Afb. 42, pos. 1) borgt.
2
10800023
Afb. 42
Vergrendeling permanente ventilatie
3 Beveiligingsknop
6
Wonen
59