6
6.1
110-0002-07NL
Overzicht hoofdstukken
In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen omtrent het wonen in de camper.
De aanwijzingen hebben specifiek betrekking op:
• het openen en sluiten van buitenkleppen en buitendeuren
• het luchten van de camper
• het openen en sluiten van de ramen
• het openen en sluiten van de dakluiken
• het veranderen van de tafelbladen
• het gebruik van de bedden
• het opklapbed
• de zitgroep
• de ombouw van de comfortstoelpositie
• de derde zitplaats
• het gebruik van de verduisteringssystemen
• het gebruik van het toilet
• het gebruik van de douchecabine
• de spoelbak
• het openen en sluiten van kastkleppen en -deurtjes
• het gebruik van het tv-toestel
Wonen
Deuren in de camper
→ Alleen met gesloten deur rijden.
→ Druk het greepdraaipunt met de duimen op het greepdraaipunt tegen de
deur en de deur aan de deurgreep ontgrendelen/open maken om bescha-
digingen bij het openen van de deur te voorkomen.
→ Vergrendelde deuren voorkomen eveneens het ongewenst binnendringen
van buiten, bijv. bij een stoplicht.
Vergrendelde deuren voorkomen dat de deuren vanzelf open gaan bijv.
bij een ongeval.
In geval van nood maken vergrendelde deuren het echter moeilijk voor
hulpverleners om in het voertuig te komen.
→ Sluit bij het verlaten van de camper altijd de deuren.
→ Draai de slotcilinder altijd terug naar de uitgangspositie.
→ Om te voorkomen dat vocht en tocht binnendringen, de cabinedeur zoda-
nig sluiten dat hij in de twee dubbele vergrendelingen vastklikt.
→ Om zeker te stellen dat de cabinedeur goed dicht is, de deur met de greep
aan de binnenzijde stevig dichttrekken. Zowel de onderste als de bovenste
vergrendeling moet tot in het tweede klikmechanisme schuiven. Als de
cabinedeur niet volledig dicht is, kan de deur gaan klapperen en kan er
water binnendringen.
6
Wonen
49