6.5
110-0002-07NL
Dakluiken
Al naar gelang het model zijn er in de camper dakluiken met of zonder gefor-
ceerde ventilatie ingebouwd. Bij dakluiken zonder afdichtrubber betreft het de
voorgeschreven geforceerde ventilatie.
→ De luchtopeningen van de geforceerde ventilaties moeten altijd open blij-
ven. Dek nooit de ingebouwde geforceerde ventilatie (dakluiken met ge-
forceerde of paddenstoelventilatie) af met een mat en zet er nooit voor-
werpen ervoor. Houd de geforceerde ventilatie vrij van sneeuw en
bladeren.
→ Nooit op het acrylglas van de dakluik lopen.
→ De dakluiken zijn voorzien van een verduisteringsrolgordijn en een rolhor.
Om het verduisteringsrolgordijn of de rolhor niet te beschadigen deze lang-
zaam in de uitgangspositie terug leiden.
→ Sluit al naargelang het weer de dakluiken zo ver dat er geen vocht kan
binnendringen.
→ Tijdens het rijden de dakluiken sluiten.
→ Sluit het verduisteringssysteem en de vouwverduistering niet tijdens het
rijden om schade aan beide systemen te voorkomen.
→ Sluit bij het verlaten van de camper altijd de dakluiken.
→ Het dakluik tijdens het rijden niet openen.
→ Sluit het verduisteringsrolgordijn overdag max. 2/3 om warmteontwikkeling
te vermijden.
→ Vóór het openen van het dakluik, sneeuw, ijs of ander vuil verwijderen.
→ Houd het dakluik gesloten
– bij sterke wind
– bij regen en sneeuw
→ Tijdens het gebruik van de satellietinstallatie mogen de dakluiken binnen
het draaibereik van de installatie niet geopend worden.
Afb. 44
Veiligheidssticker satellietontvanger
10800217
6
Wonen
61