Waarschuwing
Als de tractiecontrole niet werkt,
moet voorzichtigheid in acht worden
genomen bij het accelereren en het
nemen van bochten op een nat of glad
wegoppervlak, om doorslippen van het
achterwiel te voorkomen.
Rijd niet langer door dan noodzakelijk
wanneer het storingslampje voor het
motormanagementsysteem
het
waarschuwingslampje
tractiecontrole branden. Neem zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Triumph-dealer, om de storing te laten
inspecteren.
Snel accelereren en bochten nemen
kan in deze situatie doorslippen van
het achterwiel veroorzaken, wat kan
leiden tot verlies van de controle over
de motorfiets en een ongeluk.
Als tractiecontrole is ingeschakeld:
•
Onder normale rijomstandigheden
blijft het tractiecontrolelampje uit.
•
Het tractiecontrolelampje knippert
snel wanneer het tractiecontro-
lesysteem in werking is om slippen
van het achterwiel te beperken bij
snelle acceleratie of op een natte of
gladde weg.
Als tractiecontrole is uitgeschakeld:
•
Het
controlelampje
In plaats daarvan gaat het waar-
schuwingslampje 'TC uitgeschakeld'
branden.
(MIL)
en
van
de
brandt
niet.
Algemene informatie
Let op
Tractiecontrole werkt niet in geval van
een storing aan het ABS-systeem. In dat
geval branden de waarschuwingslampjes
voor de ABS en tractiecontrole en het
storingslampje.
Waarschuwingslampje
Tractiecontrole (TC) uitgeschakeld
Het
voor uitgeschakelde TC mag
alleen gaan branden bij een
storing of als de tractiecon-
trole uitgeschakeld is.
Als
het
waarschuwingslampje
enig ander moment onder het rijden
gaat branden, betekent dit dat er een
storing met het tractiecontrolesysteem
is opgetreden die nader moet worden
onderzocht.
Richtingaanwijzers
Wanneer de richtingaanwij-
zerschakelaar naar links of
naar rechts wordt gedraaid,
knippert het waarschuwings-
lampje
van
de
hetzelfde tempo als de richtingaanwijzer
zelf.
Grootlicht
Wanneer het contact wordt
ingeschakeld en groot licht
wordt geselecteerd, gaat het
groot licht branden.
waarschuwingslampje
richtingaanwijzer
op
in
41