Oververhitting (controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt)
De motor is oververhit wanneer zich het vol-
gende voordoet:
Controlelampje hoge koelvloeistoftempe-
●
ratuur gaat branden.
Het 6e segment (H) van de koelvloeistof-
●
temperatuurmeter knippert.
De acceleratie wordt traag.
●
Als dit gebeurt, moet u veilig aan de kant
van de weg parkeren en de volgende
procedure uitvoeren.
Langdurig versneld stationair draaien kan
ertoe leiden dat het controlelampje hoge
koelvloeistoftemperatuur gaat branden.
Ook kan het ertoe leiden dat het 6e segment
(H) gaat knipperen.
LET OP
Doorrijden met een oververhitte motor kan ernstige
beschadiging van de motor veroorzaken.
Zet de motor uit met de contactschake-
1.
laar en zet de contactschakelaar hierna in
de stand (On).
Controleer of de koelluchtventilator werkt
2.
en zet de contactschakelaar hierna in de
stand
(Off).
Als de ventilator niet werkt:
Ga uit van een defect. Start de motor niet.
Breng uw motorfiets naar uw dealer.
Als de ventilator werkt:
Laat de motor afkoelen met de startscha-
kelaar in de stand
Inspecteer de radiateurslang op lekkage
3.
na het afkoelen van de motor.
In geval van lekkage:
Start de motor niet. Breng uw motorfiets
naar uw dealer.
Controleer het koelvloeistofniveau in het
4.
expansiereservoir.
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
u
Als alles bij stap 1-4 normaal is, kunt u blij-
5.
ven rijden maar moet u de temperatuur-
meter nauwlettend in de gaten houden.
(Off).
BLZ. 124
2
BLZ. 124
2
151