#
Profieldiepte controleren
Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang
de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar
worden.
Om veilig te kunnen rijden moet u de banden
vervangen wanneer de minimale profieldiepte is
bereikt.
of TWI
Locatiemarkering
slijtage‐indicator
#
Velgen en ventielen controleren
Controleer de velgen op schade en losse spaken.
Controleer ook de positie van de ventielen.
Een scheef ventiel wijst erop dat de binnenband in
de buitenband glijdt of dat de band over de velg
glijdt.
Neem contact op met uw dealer.
WAARSCHUWING
3
Het rijden op banden die overmatig zijn
versleten of verkeerd zijn opgepompt,
kan een botsing veroorzaken waarbij u
ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen.
Volg alle aanwijzingen in dit instructie-
boekje betreffende de juiste banden-
spanning en onderhoud.
Duitsland
Het gebruik van banden met een profieldiepte van
minder dan 1,6 mm is in Duitsland bij de wet
verboden.
Standaardonderhoud
Vervolg
105