Standaardonderhoud
Inspectie voor het rijden
Met het oog op de veiligheid bent u verantwoor-
delijk om een controle voor het rijden uit te voeren
en alle vastgestelde problemen te corrigeren. Een
controle voor het rijden is een must, niet alleen
met het oog op de veiligheid maar omdat pech, of
zelfs een lekke band, een aanzienlijk ongemak kan
betekenen.
Controleer het volgende voordat u op uw motor-
fiets stapt:
Brandstofniveau - Vul de brandstoftank wan-
●
neer dit nodig is.
Gashendel - Controleer of de gashendel in alle
●
stuurstanden goed opent en sluit.
Motoroliepeil - Vul indien nodig motorolie bij.
●
Inspecteer op lekken.
Koelvloeistofpeil - Vul indien nodig koelvloei-
●
stof bij. Inspecteer op lekken.
96
BLZ. 85
2
BLZ. 139
2
BLZ. 118
2
BLZ. 124
2
Aandrijfketting - Staat en speling controleren,
●
indien nodig afstellen en smeren.
Remmen − Werkingscontrole;
●
Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil
en de remblokken op slijtage.
BLZ. 127
2
Lichten en claxon - Controleer de lichten,
●
controlelampjes en claxon op juiste werking.
Motorstopschakelaar - Controleer op juiste
●
werking.
BLZ. 54
2
●
CRF1000A/A II
Koppeling − Werkingscontrole;
Stel indien nodig de speling af.
Zijstandaard met ontstekingsblokkering -
●
Controleer op juiste werking.
Wielen en banden - Controleer de staat, de
●
bandenspanning en pas indien nodig aan.
BLZ. 104
2
BLZ. 130
2
BLZ. 126,
2
BLZ. 136
2
BLZ. 129
2