Beschrijving van de storing
Lekkage aan de hydraulische
koppelingen van de frontlader
resp. de 3e of 4e stuurkring.
Frontlader, werktuig en werktuig
met hydraulische functie blokkeert
tijdens de optil- resp.
neerlaatbeweging.
Frontlader gaat slingeren bij het
neerlaten van de lading.
Labiel werktuig.
(werktuig kantelt naar achteren
weg)
Labiele frontlader.
(frontlader wijkt bij het duwen uit
naar boven of onder)
Werktuigcilinders worden
uitgeschoven maar niet opnieuw
ingeschoven.
Lekkage aan het hydraulische blok
en het hydraulische systeem.
Steekkoppelingen kunnen niet
worden gekoppeld.
87
PROBLEEMANALYSE BIJ STORINGEN
Oorzaak
Lek door binnengedrongen vuil.
Slijtage of beschadigingen van de
koppelingen.
Koppeling niet volledig gesloten.
Koppeling defect.
Hydro-Fix, multikoppeling en werktuig-fix
niet volledig gesloten.
Daalsnelheid te hoog.
Laadgoed wordt te snel gestort onder
invloed van de zware last. Dit veroorzaakt
vacuüm in het hydraulische systeem.
Frontlader werd onder invloed van de
zwaartekracht te snel neergelaten.
Dit veroorzaakt vacuüm in het hydraulische
systeem.
Zuigerafdichting in de werktuigcilinder is
defect, zodat de oppervlakken van de
zuiger en de ring met elkaar verbonden
zijn.
Oliestroom te laag.
Dubbele drukbegrenzingsklep van het
frontlader-besturingsblok sluit niet.
Schroefverbindingen los.
Lekkage tussen magneet en klep.
Lekkage tussen de flensen van de kleppen. Draai de schroeven aan of vernieuw de
Defecte dichtingen.
Druk in systeem.
Fouten verhelpen
Reinig de koppeling en vervang deze
eventueel.
Bij niet-gebruik van de frontlader of de 3e of
4e stuurkring de hydraulische koppelingen
afsluiten met de beschermkappen resp. het
deksel van de Hydro-Fix.
Koppelingen vervangen.
Hydraulische koppeling controleren.
Vervang de defecte koppelingshelft.
Vergrendelingshendel controleren op
vervormingen. Koppelingen controleren op
goede bevestiging, evt. bevestigen.
Verminder de daalsnelheid.
Verhoog het toerental van de motor om
genoeg olie te transporteren. Bij uitgekipt
werktuig „Storten" ingedrukt houden tot de
cilinder weer met olie gevuld is.
Verhoog het toerental van de motor om
genoeg olie te transporteren. Bij
neergelaten frontlader „Neerlaten"
ingedrukt houden tot de cilinders weer met
olie gevuld zijn.
Controleer de cilinders afzonderlijk op
dichtheid, vervang defecte cilinders.
Controleer de hydrauliek van de tractor.
Dubbele drukbegrenzingsklep reinigen en
evt. vervangen.
Draai de schroefverbindingen aan.
Draai de gerande moer af, verwijder de
magneet, draai de magneetkern met de
muilsleutel aan.
dichtringen.
Dichtingsringen vervangen.
Druk door een vakwerkplaats laten
reduceren.
B58FC1 0000000094 NL 006