INGEBRUIKNAME
(3) Tractor uitschakelen.
Trek de parkeerrem aan.
Zet de motor af.
Hydraulica drukloos schakelen
(zie 6.1 Bedieningselementen).
(4) Hydraulische leidingen van de frontlader
aansluiten (zie 3.9 Hydraulische
koppelingen).
(5) Elektrokabels aansluiten.
(6) Tractor starten.
(7) Storten-functie gebruiken om de frontlader-
pennen in de vanghaken van het
aanbouwdeel te laten zakken.
(8) Zodra de frontlader-pennen zich volledig in
de vanghaken van het aanbouwdeel
bevinden, gebruikt u de optillen-functie tot de
frontlader-vanghaken de bussen in het
aanbouwdeel omsluiten en de
vergrendelingsgaten in de frontlader op één
lijn staan met de vergrendelingsgaten in het
aanbouwdeel.
(9) Frontlader-vergrendeling sluiten.
Optillen-functie gebruiken tot de
frontlader zich net boven de bodem
bevindt.
Trek de parkeerrem aan.
Zet de motor af.
Beide vergrendelingspennen insteken en
met grendelpen beveiligen.
(10) Parkeersteunen inklappen.
Beide parkeersteunen inklappen
(zie 6.2 Parkeersteunen bedienen).
De frontlader is gemonteerd en klaar voor
gebruik.
B58FC1 0000000094 NL 006
Fig. 39
Tractor uitschakelen en hydraulische leidingen
aansluiten
Fig. 40
Vergrendelingspen aanbrengen en met
borgpen beveiligen
Fig. 41
Parkeersteunen inklappen
B0AP
B05Y
B0AQ
50