Download Print deze pagina

Stoll CompactLine Gebruiksaanwijzing pagina 75

Advertenties

BEDIENING
6.5.3
Werktuigen met manuele werktuigvergrendeling PinON opnemen
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels door vallend werktuig!
Bij geopende of niet correct vergrendelde werktuigvergrendeling kan het werktuig vallen. Personen in
de omgeving kunnen daarbij ernstig verwond worden.
 Werktuigvergrendeling alleen in werking stellen als het werktuig in de buurt van de bodem is of op
een stevige ondergrond is neergelaten.
 Altijd de correcte vergrendeling van het werktuig controleren.
Werktuig opnemen:
(1) Tot net voor het werktuig rijden.
(2) Storten-functie gebruiken tot de
werktuigcilinders ongeveer half
uitgeschoven zijn. Neerlaten-functie
gebruiken tot het werktuigdraaipunt van de
frontlader ongeveer ter hoogte van de
pengaten van het werktuig staat.
(3) Tractor voorzichtig vooruit rijden tot de
bussen van de frontlader tussen de lussen
van het werktuig staan.
(4) Tractor uitschakelen.
 Trek de parkeerrem aan.
 Zet de motor af.
(5) Werktuig in de onderste pengaten met de
frontlader verbinden.
 Pennen langs de buitenkant in de gaten
steken.
 Als de gaten van werktuig en frontlader
niet exact op één lijn staan, moet het
werktuig met behulp van een andere
persoon precies worden uitgelijnd.
 Pen met schroef en veiligheidsring
beveiligen tegen verdraaien of verlies.
(6) Hydraulische cilinders in de bovenste
pengaten verbinden met de frontlader.
 Met behulp van een tweede persoon het
werktuig zo zwenken dat de gaten van
werktuig en hydraulische cilinder in één
lijn staan.
 Pennen langs de buitenkant in de gaten
steken.
 Pen met schroef en veiligheidsring
beveiligen tegen verdraaien of verlies.
B58FC1 0000000094 NL 006
Fig. 78
Benaderen
Fig. 79
Werktuig in de onderste pengaten verbinden
Fig. 80
Werktuig aan de bovenkant verbinden met de
hydraulische cilinders
B0BT
B0BU
B0BV
74

Advertenties

loading