SAEx 07.2 – SAEx 16.2 / SAREx 07.2 – SAREx 16.2
AMBExC 01.1
12.2.2.
Motorbeveiliging (thermische bewaking)
→ Na het vervangen van de zekeringen de lokale bedieningseenheid weer monteren.
Beschadiging van kabels door verdraaien of inklemmen!
Functiestoringen mogelijk.
De lokale bediening max. 180° draaien.
De lokale bediening voorzichtig monteren om geen kabels in te klemmen.
Ter bescherming tegen oververhitting en ontoelaatbaar hoge oppervlaktetemperaturen
van de aandrijving zijn in de motorwikkelingen thermoknopen geïntegreerd.
Door de thermische motorbeveiliging worden bovendien het in acht nemen van de
relevante temperatuurklasse voor de explosiebeveiliging en de bescherming tegen
oververhitting van de relevante componenten voor de explosiebeveiliging in de
aandrijving gewaarborgd.
De motorbeveiliging wordt aangesproken zodra de maximaal toegestane temperatuur
van de wikkelingen is bereikt. De aandrijving wordt gestopt en de rode signaallamp
(optie) op de lokale bedieningseenheid brandt. Voordat de aandrijving weer kan
worden geactiveerd, moet de motor afkoelen, de oorzaak van de fout worden
verholpen en de foutmelding (rode signaallamp) worden gereset.
De reset wordt via het in de besturingseenheid voor de aandrijving ingebouwde
overstroomrelais uitgevoerd. Daarvoor dient het deksel van de besturingseenheid
voor de aandrijving te worden verwijderd en het relais te worden ingedrukt. Het relais
bevindt zich op de magneetschakelaars.
Overbrugging van de thermische motorbeveiliging (optie)
Explosie door buitenwerkingstelling van de relevante temperatuurklasse voor
de explosiebeveiliging!
Overlijden, ernstig lichamelijk letsel of motorschade mogelijk.
Overbrugging van de thermische motorbeveiliging alleen naar behoefte van de
installatiegebruiker en alleen op basis van een installatiespecifieke risicoanalyse.
De overbrugging van de thermische motorbeveiliging mag niet permanent zijn
geactiveerd.
Bij een geactiveerde overbrugging van de thermische motorbeveiliging mogen
er niet meerdere OPEN-DICHT-bewegingen worden uitgevoerd.
Bij een overbrugde motorbeveiliging is de explosiebeveiliging van de
aandrijving niet meer gewaarborgd. De EU-conformiteitsverklaring conform
de ATEX-richtlijn 2014/34/EU verliest voor deze aandrijving haar geldigheid,
net als het EU-typekeuringscertificaat.
De overbrugging van de thermische motorbeveiliging stelt de thermische
motorbeveiliging buiten werking. De overbrugging mag alleen tijdelijk en uitsluitend
bij een concrete behoefte en op basis van een installatiespecifieke risicoanalyse
worden geactiveerd (bijvoorbeeld via een schakelaar of via het
procesbeheersingssysteem). De mogelijkheid van de overbrugging van de thermische
motorbeveiliging is in de orderdocumentatie vermeld. Typische
schakelschemavarianten zijn bijv. E912284-3F07E4, E912284-3F07E5,
E917712-3FOTE3, E917712-AFOTE3 of E918714-3FOTE3. Het laatste cijfer
definieert de motorbeveiliging, waarbij de waarden 3, 4 of 5 een overbrugging van
de thermische motorbeveiliging aanduiden (zie de aanvullende markering in het
schakelschema:
ATTENTIE! Bypass motor protection
overbrugging, bijvoorbeeld met een overbrugging in de elektrische aansluiting, is
niet toegestaan. Als de motorbeveiliging wordt overbrugd, vervalt bovendien de
garantie op de motor.
Verhelpen van storingen
). Een permanente
69