SATEL
Vraag uw installateur naar eventuele bijkomende kosten of hoe hoge kosten voorkomen
kunnen worden. Bijvoorbeeld: indien het niet lukt om een gebeurteniscode succesvol naar de
meldkamer te verzenden, dan zal het alarmsysteem dit elke minuut blijven proberen en pas
beëindigen nadat het maximaal aantal belpogingen is bereikt totdat er een nieuwe
gebeurtenis optreedt.
4. Gebruikersrechten
Het bedienen van het alarmsysteem is mogelijk na autorisatie van een gebruiker, waarbij het
alarmsysteem controleert of de gebruiker toestemming heeft om de bepaalde bewerking uit
te mogen voeren. De autorisatie van een gebruiker is gebaseerd op een:
code,
proximity kaart (125 kHz passieve transponder zoals bijv. een kaart, een tag, etc.),
DALLAS iButton (chip),
handzender.
Het is niet mogelijk om dezelfde (code, proximity kaart, DALLAS iButton of
handzenders) aan meerdere gebruikers toe te kennen.
Geef uit veiligheidsoverwegingen nooit dezelfde identificatie uit aan meerdere
personen.
De installateur kan het systeem zo configureren dat eenvoudige codes niet mogelijk
zijn welke minder dan 3 verschillende cijfers bevatten (bijv. 1111 of 1212) en codes
met opeenvolgende cijfers (bijv. 3456).
De installateur kan het gebruik van bepaalde functies mogelijk maken zonder dat daar
een gebruiker autorisatie voor nodig is.
Het gebruik van een onjuiste code, proximity kaart of DALLAS iButton kan:
het alarm laten afgaan,
het bediendeel/ kaartlezer blokkeren voor 90 seconden.
4.1
Autorisatie via code + kaart
De INT-KLCDR, INT-KLFR, INT-KWRL en INT-KWRL2 bediendelen en INT-SCR
multifunctionele bediendelen hebben een ingebouwde proximity kaartlezer De installateur
kan deze apparaten zo configureren dat een gebruiker twee identificatie methodes moet
gebruiken: een code + een kaart. De functie welke na de identificatie uitgevoerd dient te
worden is afhankelijk van de laatste handeling:
– code – of deze bevestigd wordt met de
– kaart – of deze kort of lang voorgehouden wordt.
4.2
Standaard codes:
Standaard zijn de volgende codes voorgeprogrammeerd in het alarmsysteem:
service code: 12345
object 1 manager (administrator) code: 1111
De standaard fabriekscode maakt het mogelijk om gebruikers te programmeren voor gebruik
van het alarmsysteem (zie: "Gebruikers" p. 28).
INTEGRA Plus
of
toets,
5