30
Normaal – standaard gebruiker.
Eenmaal [Eenmaal] – de gebruiker kan zijn code of kaart eenmaal gebruiken.
Verlengbaar [Verlengbaar] – de gebruiker heeft toegang tot het systeem voor een bepaalde
periode. De geldigheidstijd dient geprogrammeerd te worden. Voordat de geldigheidsduur
verstrijkt zal de gebruiker worden geattendeerd door het alarmsysteem, om de code te
wijzigen. Nadat de code gewijzigd is zal de geldigheidsduur weer starten vanaf het begin.
Tijdelijk [Tijdelijk] – de gebruiker heeft toegang tot het systeem voor een gedefinieerde
periode. De geldigheidstijd dient geprogrammeerd te worden. Zodra deze periode
verlopen is zal de gebruiker geen toegang meer hebben tot het systeem.
Overval – code voor gebruik bij een overval of een onder dwang situatie. Gebruik deze code
om een stil alarm te genereren en daarbij de gebeurtenis code naar de meldkamer te
sturen.
„Puls" uitgang schakelen [Puls uitgangen] – code voor het schakelen van PULS uitgangen.
„Maak" uitgang schakelen [Maak uitgangen] – code voor het schakelen van M
uitgangen.
Blokkeer blok [Blokkeer blok] – de code geeft toegang tot ingeschakelde blokken. Bij
gebruik van de code wordt het blok of blokken geblokkeerd (de zones in het blok zullen
geen inbraak alarm meer activeren). De blokkeertijd wordt voor elke gebruiker apart
gedefinieerd, in het bereik van 1 tot 109 minuten. Indien de overbrug tijd voor een
bewakersronde gedefinieerd is voor het blok en deze duur is langer, dan zal de blokkering
langer duren.
Geldautomaat toegang [Geldautom. tgng] – een code te gebruiken voor toegang tot een
geldautomaat (de 24
Bewaker
als de code gebruikt wordt betekent dit dat de bewakersronde gedaan is (tevens
-
kan bij gebruik ervan dit resulteren in het overbruggen van het blok voor de duur van de
bewakersronde). De installateur selecteert de modules welke gebruikt worden voor
bevestiging van de bewakersronde en stelt de tijd in voor het maken voor een succesvolle
ronde. Indien zo'n gebruiker toegang heeft tot het blok, dan heeft hij/zij dezelfde
mogelijkheden als een N
Schema – deze gebruiker heeft toegang tot het systeem binnen de ingestelde tijdsperiode.
Een schema dient hiervoor geselecteerd te worden (schema's zijn door de installateur
geprogrammeerd), en stel ook de geldigheidsperiode voor de gebruiker in.
5.8.2 Een nieuwe gebruiker toevoegen
1. Voer uw code in en bevestig deze met de
2. Druk op toets 2 en vervolgens op toets 1. De lijst met gebruiker functies wordt nu
weergegeven.
Als de service code ingevoerd is, dan moet u het object opgeven waarin de nieuwe
gebruiker moet worden aangemaakt (de service code heeft toegang tot alle objecten),
voordat de lijst met functies wordt weergegeven.
3. Gebruik de juiste functies voor het instellen van de nieuwe gebruiker.
Elke gebruiker heeft minimaal één identificatie methode nodig, bijv. een code, een
proximity card, een DALLAS iButton of een handzender.
Een nieuwe gebruiker kan nooit meer rechten krijgen dan de persoon die hem/haar
heeft aangemaakt.
4. Druk op de
toets.
Gebruikershandleiding
zone functies worden tijdelijk overbrugd).
U GELDAUTOMAAT
type gebruiker.
ORMAAL
toets.
SATEL
/B
AAK
REEK