Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Instellingen Van De Thermostatische Uitgang Programmeren; Programmeren Van Temperatuur 1 (Economische Temperatuur); Programmeer Temperatuur 2 (Comfortabele Temperatuur); Hysterese Programmeren - Satel INTEGRA 64 Plus Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor INTEGRA 64 Plus:
Inhoudsopgave

Advertenties

SATEL

5.13 De instellingen van de thermostatische uitgang programmeren

De gebruiker kan de volgende instellingen van de thermostatische uitgang bewerken
(de 120. T
HERMOSTAAT
 temperatuur 1 (economische temperatuur),
 temperatuur 2 (comfortabele temperatuur),
 Hysterese.
Vraag de installateur om uit te zoeken waarvoor elke thermostatische uitgang wordt gebruikt.
Thermostatische uitgangsinstellingen worden gebruikt om de parameters van de
ART-200 draadloze radiatorthermostaten aan te passen.
1. Voer uw code in, en druk op de
2. Houd de  toets ingedrukt tot de cursor het submenu W
3. Druk op de
toets.
4. Houd de  toets ingedrukt totdat de cursor de
5. Druk op de
weergegeven.
6. Houd de  toets, of  ingedrukt totdat de cursor de thermostatische uitgang aangeeft
waarvan u de instellingen wilt bewerken.
7. Druk op de
thermostatische uitgang te bewerken, worden weergegeven.

5.13.1 Programmeren van temperatuur 1 (economische temperatuur)

Temperatuur 1 (economische temperatuur) is de eerste temperatuurdrempel. Als de eerste
temperatuurdrempel actief is, wordt de thermostatische uitgang ingeschakeld wanneer de
temperatuur onder temperatuur 1 daalt (economische temperatuur). Vraag uw installateur om
uit te zoeken wanneer de eerste temperatuurdrempel actief is.
1. Start de
TEMPERATUUR
2. Voer de nieuwe temperatuur in (zie: "Regels voor het programmeren van de
temperatuur").
3. Druk op de
toets om de wijzigingen te bevestigen.

5.13.2 Programmeer temperatuur 2 (comfortabele temperatuur)

Temperatuur 2 (comfortabele temperatuur) is de tweede temperatuurdrempel. Als de tweede
temperatuurdrempel actief is, wordt de thermostatische uitgang ingeschakeld wanneer de
temperatuur onder temperatuur 2 daalt (comfortabele temperatuur). Vraag uw installateur om
uit te zoeken wanneer de tweede temperatuurdrempel actief is.
1. Start de
TEMPERATUUR
2. Voer de nieuwe temperatuur in (zie: "Regels voor het programmeren van de
temperatuur").
3. Druk op de
toets om de wijzigingen te bevestigen.

5.13.3 Hysterese programmeren

Hysterese is het temperatuurverschil tussen het in- en uitschakelen van de thermostatische
uitgang. De uitgang zal worden aangezet wanneer temperatuur daalt tot onder de
drempelwaarde van waarde de hysterese. De uitgang wordt uitgeschakeld wanneer de
temperatuur de drempelwaarde bereikt. Hysterese wordt gebruikt om te voorkomen dat de
uitgang herhaaldelijk wordt in- en uitgeschakeld wanneer de temperatuur fluctueert.
uitgangen):
toets. De lijst van de 120. Uitgangen van het
toets. De functies die worden gebruikt om de instellingen van de
1 functie. De temperatuur wordt weergegeven.
2 functie. De temperatuur wordt weergegeven.
INTEGRA Plus
toets.
TEMPERATUURFUNCTIE
aangeeft.
IJZIG OPTIES
aangeeft.
THERMOSTAAT
37
type worden

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave