Schakelen
(Vervolg)
Neutraalstand (N): De neutraalstand wordt
automatisch geselecteerd wanneer u de
contactschakelaar in de stand (On) zet.
Als de neutraalstand niet wordt geselecteerd
wanneer u de contactschakelaar in de stand
(On) zet.
Zet de contactschakelaar in de stand
u
in de stand (On).
Als de neutraalstand nog steeds niet wordt
u
geselecteerd wanneer u de contactschakelaar in de
stand
(Off) en weer in de stand (On) zet.
(P271)
U hoort mogelijk (klik)geluiden wanneer de
transmissie schakelt naar de neutraalstand
(N). Dit is normaal.
206
Als u schakelt tussen N en D
Voertuig is gestopt en motor draait stationair.
u
Gashendel is volledig gesloten. Schakelen van
u
neutraalstand naar D-modus is niet mogelijk terwijl de
gashendel wordt bediend.
U kunt niet schakelen tussen de N- en D-modus terwijl
u
de wielen draaien.
(Off) en weer
Zijstandaard is ingeklapt.
u
OPM.
Om schade aan de koppeling te voorkomen, mag de
gashendel niet worden gebruikt om het voertuig in
stilstand te houden op een helling.