#
Voorbereiding
Maak verbinding met de gekoppelde mobiele
a
!
telefoon. (P141)
Het telefoonboek wordt na elke verbinding
u
bijgewerkt. De belgeschiedenis wordt na elke
verbinding of oproep bijgewerkt.
Sluit de gekoppelde headset voor de bestuurder
b
!
aan. (P146)
Selecteer [Phone] en druk vervolgens op de
c
!
-schakelaar.
ENT
Hiermee keert u terug naar de ritinformatie, het
d
!
vorige scherm of het beginscherm. (P40)
U kunt de bovenstaande instellingen ook uitvoeren
via het touchscreen.
#
Bellen
U kunt bellen door een telefoonnummer in te
voeren of door het telefoonboek, de
gesprekshistorie of de nummers voor verkort kiezen
te gebruiken.
Om de belmodus te wijzigen, drukt u op
op de schakelaar Sel Links/Rechts
Loopt als volgt door de belmodi:
[Call History]
[Speed Dial]
[Dial Number]
[Settings]
Bepaalde handmatige functies zijn uitgeschakeld
●
terwijl het voertuig rijdt. U kunt een grijs
weergegeven optie niet selecteren tot het
voertuig stilstaat.
Alleen eerder opgeslagen nummers voor verkort
●
kiezen (snel bellen) en nummers uit de
belgeschiedenis kunnen worden gekozen terwijl
het voertuig rijdt.
Het telefoonvolume instellen:
of
.
[Contacts]
(P91)
Vervolg
163