Pagina 2
Deze publicatie bevat de meest recente productinformatie die beschikbaar was voor het ter perse gaan. Honda Motor Co., Ltd. behoudt zich het recht voor om te allen tijde wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving en zonder het aangaan van enige verplichting.
Pagina 3
Van harte gefeliciteerd met de aanschaf van De volgende code in deze handleiding ● uw nieuwe Honda-voertuig. Door te kiezen duidt het land aan. voor een Honda maakt u deel uit van een Landcode wereldwijde familie van tevreden klanten die Code Land...
Enkele opmerkingen over veiligheid Uw veiligheid en de veiligheid van anderen zijn GEVAAR zeer belangrijk. Het veilig rijden op dit voertuig is U ZULT DODELIJK of ERNSTIG LETSEL een belangrijke verantwoordelijkheid. OPLOPEN als u de instructies niet Om u te helpen goed geïnformeerde opvolgt.
Pagina 5
Inhoudsopgave Veiligheid van het voertuig BLZ. 2 Bedieningshandleiding BLZ. 16 Onderhoud BLZ. 37 Verhelpen van storingen BLZ. 66 Informatie BLZ. 75 Specificaties BLZ. 87...
Veiligheid van het voertuig Dit gedeelte bevat belangrijke informatie voor het veilig rijden met uw voertuig. Lees dit gedeelte aandachtig door. BLZ. 3 Veiligheidsrichtlijnen ........... BLZ. 6 Waarschuwingslabels .......... BLZ. 10 Veiligheidsmaatregelen........BLZ. 11 Voorzorgsmaatregelen voor het rijden ..BLZ. 14 Accessoires &...
Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrichtlijnen goedgekeurde helm en beschermende kleding dragen. Draag duopassagiers op om zich aan de handgreep of aan uw middel vast te houden, met Volg deze richtlijnen met het oog op uw veiligheid: u mee te leunen tijdens het schuinleggen van het Voer alle routine- en periodieke inspecties uit ●...
Veiligheidsrichtlijnen Zorg dat u goed zichtbaar bent Houd uw Honda in veilige staat Zorg ervoor dat u beter zichtbaar bent, vooral 's Het is belangrijk voor uw veiligheid en uw rijplezier avonds, door heldere reflecterende kleding te dat u het voertuig goed onderhoudt.
Veiligheidsrichtlijnen WAARSCHUWING Als u besluit verder te rijden, zet dan eerst de contactschakelaar in de stand (Off) en Het laten draaien van de motor van uw controleer de staat van uw voertuig. Inspecteer op voertuig in een afgesloten of zelfs in vloeistoflekkage, controleer of cruciale moeren en bouten goed vastzitten en controleer het stuur, de een gedeeltelijk afgesloten ruimte, kan...
Pagina 10
Waarschuwingslabels Waarschuwingslabels Op de volgende pagina's wordt de betekenis Lees de instructies in het instructieboekje van de labels beschreven. Sommige labels aandachtig door. waarschuwen u voor potentiële gevaren die ernstig letsel kunnen veroorzaken. Andere bieden belangrijke veiligheidsinformatie. Lees Lees de instructies in de werkplaatshandleiding deze informatie aandachtig en verwijder de aandachtig door.
Pagina 11
Waarschuwingslabels ACCULABEL GEVAAR • Houd vonken en vlammen uit de buurt van de accu. Accu's produceren gas dat een explosie kan veroorzaken. • Draag een beschermbril en rubberen handschoenen bij het hanteren van de accu, anders kunt u brandwonden oplopen of uw gezichtsvermogen verliezen door het elektrolyt van de accu.
Pagina 12
Waarschuwingslabels WAARSCHUWINGSLABEL ACCESSOIRES EN BELADING WAARSCHUWING ACCESSOIRES EN BELADING • De veiligheid, stabiliteit en het weggedrag van dit voertuig kunnen nadelig worden beïnvloed door de toevoeging van accessoires en bagage. • Lees de instructies in de gebruikers- en montagehandleiding aandachtig door voordat u een accessoire monteert. •...
Pagina 13
Waarschuwingslabels LABEL BANDENINFORMATIE EN AANDRIJFKETTING Bandenspanning in koude toestand: [Alleen bestuurder] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 200 kPa (2,00 kgf/cm [Bestuurder en passagier] Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Achter 200 kPa (2,00 kgf/cm Zorg ervoor dat de aandrijfketting juist is afgesteld en gesmeerd. Speling 30 - 40 mm VEILIGHEIDSLABEL Draag altijd een helm en beschermende kleding met het oog op uw veiligheid.
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen Vizier met een onbelemmerd gezichtsveld of ● andere goedgekeurde oogbescherming Rijd voorzichtig met uw beide handen aan het ● WAARSCHUWING stuur en uw voeten op de voetsteunen. Het niet dragen van een helm verhoogt Passagiers moeten zich aan de handgreep of aan ●...
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Voorzorgsmaatregelen Remmen voor het rijden Neem de volgende richtlijnen in acht: Vermijd bijzonder sterk afremmen en ● terugschakelen. Inrijperiode Door plotseling remmen kan de stabiliteit Volg deze richtlijnen tijdens de eerste 500 km om van het voertuig verminderen. de toekomstige betrouwbaarheid en prestaties van Ga waar mogelijk langzamer rijden voor uw voertuig te waarborgen.
Pagina 16
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Antiblokkeersysteem (ABS) op voorwiel Remmen op de motor Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem Remmen op de motor helpt om de snelheid van (ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de uw voertuig te verminderen wanneer u gas voorrem blokkeert tijdens abrupt remmen.
Voorzorgsmaatregelen voor het rijden Draai het stuur volledig naar links. Parkeren Het draaien van het stuur naar rechts Parkeer op een stevige, horizontale ● reduceert de stabiliteit en kan tot gevolg ondergrond. hebben dat het voertuig omvalt. Als u op een helling of onverhard terrein moet ●...
Wij raden u ten sterkste aan om geen accessoires ongeval waarbij u ernstig of dodelijk te installeren die niet specifiek door Honda voor letsel kunt oplopen. uw voertuig zijn ontworpen en geen modificaties aan het oorspronkelijke ontwerp van uw voertuig Volg alle aanwijzingen in dit instructieboekje aan te brengen.
Pagina 19
Beladen Beladen WAARSCHUWING Overbelasting of verkeerd beladen kan Het vervoeren van extra gewicht heeft invloed ● een ongeval veroorzaken waarbij u op het rijgedrag, het remgedrag en de ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. stabiliteit van uw voertuig. Rijd altijd met een veilige snelheid die is afgestemd op de belading.
Basishandelingen Inspectie voor het rijden (BLZ.42) Accelereren Voor een veilige rit dient u uw voertuig eerst zorgvuldig te inspecteren. Draai het gas geleidelijk open. Houd u aan de snelheidslimiet. Schakelen (BLZ.31) Motor starten (BLZ.29) Start de motor en laat deze warmdraaien. Drijf het toerental niet op.
Parkeren Remmen (BLZ.13) Draai de gashendel dicht en bedien Parkeer op een stevige, horizontale de voor- en achterrem tegelijk. ondergrond. Het remlicht geeft aan dat u Gebruik de standaard en vergrendel remt. het stuurslot. Stoppen Geef, als u de weg gaat verlaten, tijdig richting aan.
Instrumenten Snelheidsmeter -toets -toets Displaycontrole Als de contactschakelaar op (On) wordt gezet, wordt de opstartanimatie getoond. Als een deel van deze displays niet wordt weergegeven zoals het hoort, laat dan uw dealer controleren op problemen.
Brandstofmeter Resterende brandstof wanneer alleen het 1e (E) segment gaat knipperen: ongeveer 0,6 L Als het controlelampje van de brandstofmeter knippert in een herhaald patroon of uitgaat: (BLZ.70) LET OP U moet tanken wanneer de waarde segment E (1e) nadert. Als de brandstof opraakt, kan de motor overslaan en de katalysator beschadigd raken.
Instrumenten (Vervolg) Eenheid van snelheid en afgelegde afstand wijzigen Zet de contactschakelaar in de stand (On). Houd de -toets en de -toets ingedrukt. Druk op de -toets om "km/h" en "km" of "mph" en "mile" te selecteren. Druk op de -toets.
Controlelampjes Als één van deze indicatoren niet gaat branden terwijl dat zou moeten, laat dan uw dealer controleren op problemen. Controlelampje grootlicht Richtingaanwijzer PGM-FI-storingsindicatielampje (geprogrammeerde brandstofinspuiting) (MIL) Gaat kort branden als de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet. Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait: (BLZ.68)
Controlelampje ABS (antiblokkeersysteem) Gaat branden als de contactschakelaar op aan wordt gezet. Gaat uit bij een snelheid van ongeveer 10 km/h. Als deze gaat branden tijdens het rijden: (BLZ.69) Controlelampje neutraalstand Gaat branden als de transmissie in de neutraalstand staat.
Schakelaars Dimlichtschakelaar • : Grootlicht • : Dimlicht Claxonknop Richtingaanwijzerschakelaar Startknop Door op de schakelaar te drukken, wordt de richtingaanwijzer uitgeschakeld.
Pagina 31
Contactschakelaar Schakelt het elektrische systeem in/uit, vergrendelt het stuur. De sleutel kan in de stand (Off) of (Lock) worden verwijderd. (On) Schakelt het elektrische systeem in voor het starten/rijden. (Off) Schakelt de motor uit. (Lock) Vergrendelt het stuur. Vervolg...
Schakelaars (Vervolg) Stuurslot Vergrendelen Vergrendel het stuur wanneer u parkeert om Draai het stuur volledig naar links. diefstal te voorkomen. Duw de sleutel omlaag en zet de Een U-vormig wielslot of iets vergelijkbaars contactschakelaar in de stand (Lock). wordt ook aanbevolen. Draai het stuur als het stuur moeilijk vergrendeld kan worden.
Motor starten Start de motor volgens de volgende procedure, Zet de contactschakelaar in de stand (On). ongeacht of de motor koud of warm is. Zet de versnellingsbak in de neutraalstand -controlelampje gaat branden). Druk op de startknop met een volledig gesloten gashendel.
Pagina 34
Motor starten (Vervolg) Als de motor niet start: a Open de gashendel volledig en druk gedurende 5 seconden op de startknop. b Herhaal de normale startprocedure. c Als de motor start en het stationair toerental instabiel is, moet u de gashendel een klein beetje openen.
Schakelen De versnellingsbak van uw voertuig is uitgerust met vier vooruitversnellingen. Het schakelen is anders bij stoppen en rijden. Als u wilt stoppen, kunt u meteen van de 4e versnelling naar de neutraalstand schakelen via het 4-staps rotatiesysteem. Als u rijdt, wordt het 4-staps terugschakelsysteem Stoppen voor vooruitversnellingen gebruikt.
Schakelen (Vervolg) Als u het voertuig in de versnelling zet met een omlaag geklapte zijstandaard, wordt de motor uitgeschakeld. Correct schakelen voorkomt beschadiging van de motor en de transmissie.
Tanken Brandstoftype: uitsluitend loodvrije benzine Pijlmarkeringen Onderste rand Brandstof-octaangetal: uw voertuig is van vulhals ontworpen voor het gebruik van een research- octaangetal (RON) van 91 of hoger. Tankinhoud: 3,8 L Richtlijnen voor tanken en brandstof Brandstofvuldop (BLZ.13) Brandstofvuldop openen Open het zadel. (BLZ.57) Draai de brandstofvuldop naar links tot in de uiterste stand en verwijder de dop.
Pagina 38
Tanken (Vervolg) Brandstofvuldop sluiten Plaats de brandstofvuldop terug en draai hem stevig vast door de dop naar rechts te draaien. De pijlen op de benzinevuldop en de benzinetank moeten tegenover elkaar staan. Sluit het zadel. WAARSCHUWING Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
Opberguitrusting Helmhouder WAARSCHUWING De helmhouder bevindt zich onder het zadel. Een helm die aan de houder is In de gereedschapsset zit een helmbevesti- bevestigd, kan tijdens het rijden tegen gingskabel. (BLZ.36) het achterwiel of de vering komen en Gebruik de helmhouder uitsluitend bij het tot een ongeval leiden.
Pagina 40
Opberguitrusting (Vervolg) Documentzakje/5 mm inbussleutel Gereedschapsset Het documentzakje en de 5 mm inbussleutel De gereedschapsset bevindt zich onder het bevinden zich onder het zadel en zijn vastgezet zadel. met rubberen banden. Gereedschapsset Rubberen banden Documentzakje 5 mm inbussleutel Rubberen band Zadel openen (BLZ.57)
Onderhoud Lees "Het belang van onderhoud" en "Standaardonderhoud" aandachtig door voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Raadpleeg "Specificaties" voor servicegegevens. BLZ. 38 Het belang van onderhoud ......BLZ. 39 Onderhoudsschema .......... BLZ. 42 Standaardonderhoud ........BLZ. 53 Gereedschap............BLZ. 54 Demontage en montage van onderdelen..BLZ.
Het belang van onderhoud Het belang van onderhoud Onderhoudsveiligheid Het goed onderhouden van uw voertuig is Lees altijd de onderhoudsvoorschriften voordat u absoluut essentieel voor uw veiligheid en het onderhoud uitvoert en zorg ervoor dat u over de beschermen van uw investering, optimale benodigde gereedschappen, onderdelen en prestaties, het voorkomen van pech en het vaardigheden beschikt.
Pagina 43
Honda door geschoolde en Honda raadt aan om uw dealer een proefrit met bevoegde monteurs. Uw dealer voldoet aan deze uw voertuig te laten maken na het uitvoeren van vereisten.
Pagina 44
Smeren De procedures zijn vermeld in een officiële werkplaatshandlei- Vervangen ding van Honda. Reinigen : Technisch. Met het oog op uw veiligheid raden wij aan om het voertuig voor een servicebeurt naar uw dealer te brengen.
Pagina 45
Onderhoudsschema Inspectie Frequentie Jaar- Regel- voor het lijkse matig Items × 1000 km rijden con- vervan- pagina BLZ. 42 trole × 1000 mijl Aandrijfketting Elke 500 km: Remvloeistof 2 jaar Remblokslijtage Remsysteem Remlichtschakelaar Koplamphoogte – Lichten/claxon – Koppelingssysteem – Zijstandaard Vering –...
Standaardonderhoud Aandrijfketting - Controleer staat en speling, Inspectie voor het rijden ● indien nodig afstellen en smeren BLZ. 64 Met het oog op de veiligheid bent u verantwoordelijk Remmen − Werkingscontrole; ● om een controle voor het rijden uit te voeren en alle Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil vastgestelde problemen te corrigeren.
Pagina 47
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Onderdelen vervangen Gebruik altijd originele Honda-onderdelen of Het monteren van andere onderdelen gelijkwaardige onderdelen om betrouwbaarheid dan Honda-onderdelen kan uw en veiligheid te waarborgen. voertuig onveilig maken en een botsing Vermeld de modelnaam, kleur en code vermeld op...
Pagina 48
Standaardonderhoud Accu Dit symbool op de accu duidt aan dat het product niet met het huishoudelijk afval mag Uw voertuig is uitgerust met een onderhoudsvrije worden afgevoerd. accu. U hoeft het elektrolytniveau van de accu niet te controleren en geen gedistilleerd water toe te LET OP voegen.
Pagina 49
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Wat te doen in geval van nood Als een van de volgende situaties zich voordoet, Uit de accu komt tijdens normaal gebruik dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. explosief waterstofgas vrij. Elektrolyt spat in de ogen: ●...
LET OP Het monteren van elektrische accessoires van LET OP andere fabrikanten dan Honda kan het elektrische Als u de zekering vervangt door een zekering met systeem overbelasten, de accu doen ontladen en een hogere stroomsterkte, loopt u meer risico op mogelijk het systeem beschadigen.
"Energiebesparend" of "Hulpbronbesparend" Zie "Specificaties" voor de aanbevolen motorolie. op het ronde API-servicesymbool. BLZ. 88 Als u motorolie van andere fabrikanten dan Honda gebruikt, controleer dan op het label of de olie aan de volgende normen voldoet: JASOT903-norm : MA ●...
Remvloeistof kan kunststof- en gelakte oppervlakken beschadigen. Verwijder gemorste remvloeistof onmiddellijk en reinig het oppervlak grondig. Aanbevolen remvloeistof: Normaal Versleten Beschadigd Honda DOT 3- of DOT 4-remvloeistof of (GOED) (VERVANGEN) (VERVANGEN) gelijkwaardig Aandrijfketting LET OP De aandrijfketting moet regelmatig worden Het gebruik van een nieuwe ketting met versleten gecontroleerd en gesmeerd.
Standaardonderhoud Reiniging en smering Gebruik voor het reinigen van de aandrijfketting nooit benzine of oplosmiddelen met een laag Reinig de ketting en kettingwielen na het inspecte- ontvlammingspunt. ren van de speling terwijl u het achterwiel draait. Dit zou brand of een ontploffing kunnen Gebruik een droge doek met een oplosmiddel met veroorzaken.
Pagina 54
Standaardonderhoud Controleren op abnormale slijtage Banden (inspecteren/vervangen) Bandenspanning controleren Controleer de banden op tekenen van Controleer uw banden met het blote oog en gebruik abnormale slijtage op een bandenspanningsmeter om de bandenspanning het draagvlak. ten minste één keer per maand te meten of wanneer u constateert dat de bandenspanning laag is.
Pagina 55
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Profieldiepte controleren Controleer de bandslijtage-indicatoren. Vervang Het rijden op banden die overmatig zijn de banden onmiddellijk zodra deze zichtbaar versleten of verkeerd zijn opgepompt, worden. kan een botsing veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel kunt oplopen. of TWI Volg alle aanwijzingen in dit instructieboekje betreffende de juiste bandenspanning en onderhoud.
Pagina 56
Standaardonderhoud WAARSCHUWING Laat uw banden door uw dealer vervangen. Zie "Specificaties" voor de aanbevolen banden en Het monteren van ongeschikte banden bandenspanning. BLZ. 88 op uw voertuig kan het stuurgedrag en Volg deze richtlijnen voor het vervangen van banden: de stabiliteit nadelig beïnvloeden en Gebruik de aanbevolen banden of ●...
Gereedschap De gereedschapsset is opgeborgen onder het Het volgende gereedschap is opgeborgen aan de zadel. BLZ. 57 onderkant van het zadel. BLZ. 57 U kunt enkele reparaties onderweg uitvoeren, 5 mm inbussleutel ● kleine afstellingen maken en onderdelen vervangen met het meegeleverde gereedschap. 10 x 14 mm steeksleutel ●...
Demontage en montage van onderdelen Accu Demontage Zorg ervoor dat de contactschakelaar in de Clips stand (Off) staat. Accudeksel Open het zadel. BLZ. 57 Verwijder de datalinkstekker van het accudeksel door op het lipje te drukken. Verwijder de clips. BLZ. 56 Verwijder het accudeksel.
Demontage en montage van onderdelen Accu Koppel de minpool - los van de accu. Accu Pluspool Koppel de pluspool + los van de accu. Verwijder de bout met de 5 mm inbussleutel. De 5 mm inbussleutel bevindt zich aan Bout de onderkant van het zadel.
Demontage en montage van onderdelen Clip Clip Aanbrengen Duw tegen de onderkant van de Demontage centreerstift. Centreerstift Druk op de centreerstift om de Plaats de clip in de uitsparing. vergrendeling los te maken. Druk op de centreerstift om de clip te Trek de clip uit de uitsparing.
Pagina 61
Demontage en montage van onderdelen Zadel Zadel Demontage Steek de contactsleutel in het zadelslot. Draai deze naar rechts om het zadel te Zadel Contactsleutel openen. Montage Sluit het zadel en duw de achterkant van het zadel naar beneden totdat dit vastklikt.
Motorolie Motorolie controleren Olievuldop/peilstok Laat de motor 3 tot 5 minuten stationair Bovenste niveau draaien als de motor koud is. Zet de contactschakelaar in de stand (Off) en wacht 2 tot 3 minuten. Plaats uw voertuig rechtop op een stevige en horizontale ondergrond.
Motorolie Motorolie bijvullen Motorolie bijvullen Plaats de olievuldop/peilstok terug en draai stevig vast. Als het motoroliepeil zich onder of dicht bij LET OP het onderste merkstreepje bevindt, moet u Het te vol vullen met olie of het rijden met de aanbevolen motorolie bijvullen. BLZ.
Remmen Remvloeistof controleren Inspecteer de remblokken op slijtage als het remvloeistofniveau in een reservoir zich onder het LWR- of LOWER-merkstreepje Plaats uw voertuig rechtop op een stevige bevindt of de speling van de remhendel en en horizontale ondergrond. het rempedaal buitensporig is. Controleer of het remvloeistofreser- Voor Als de remblokken niet zijn versleten, is er...
Remmen Remblokken inspecteren Remblokken inspecteren Voor Remblokken Controleer de staat van de remblokslijtage- indicatoren. De remblokken moeten worden vervangen als een remblok tot aan de indicator versleten is. Slijtage- Inspecteer de remblokken vanaf de Voor indicatoren onderkant van de remklauw. Remschijf Inspecteer de remblokken vanaf Achter...
Remmen Remlichtschakelaar afstellen Remlichtschakelaar afstellen Controleer de werking van de remlichtschakelaar. Houd de remlichtschakelaar vast en draai de stelmoer in richting A als de schakelaar te laat in werking treedt of in richting B als de schakelaar te vroeg in werking treedt. Remlichtschakelaar Stelmoer...
Zijstandaard Zijstandaard controleren Controleer of de zijstandaard soepel werkt. Als de zijstandaard stijf is of piept, reinig dan de scharnierzone en smeer de scharnierbout met schoon vet. Controleer de veer op beschadiging of uitrekking. Ga op het voertuig zitten, zet de transmissie in neutraal en klap de zijstandaard omhoog.
Aandrijfketting Speling van aandrijfketting Rijd niet met uw voertuig als de speling groter is dan 50 mm. inspecteren Controleer de speling van de aandrijfketting op Aandrijfketting verschillende punten langs de ketting. Als de speling niet constant is op alle punten, kunnen sommige schakels vervormd zijn en vastlopen.
Gashendel Gashendel controleren Zet de motor uit en controleer of de gashendel soepel draait van de volledig gesloten tot de volledig geopende stand in alle stuurstanden en of de speling van de gashendel juist is. Laat het voertuig door uw dealer inspecteren als de gashendel niet soepel beweegt of automatisch dicht gaat of als de kabel is beschadigd.
Motor start niet De startmotor werkt maar de De startmotor werkt niet motor start niet Controleer het volgende: Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer het volgende: motor. BLZ. 29 Controleer de juiste startvolgorde van de ● Controleer op een doorgebrande ●...
Waarschuwingslampjes branden of knipperen PGM-FI-storingslampje Wat te doen als het storingslampje knippert (elektronisch geregelde Parkeer het voertuig op een veilige plaats en brandstofinspuiting) (MIL) uit de buurt van brandbare voorwerpen en wacht ten minste 10 minuten met stilstaande Redenen voor het gaan branden/ motor tot deze is afgekoeld.
Waarschuwingslampjes branden of knipperen Controlelampje ABS (antiblokkeersysteem) Controlelampje ABS Als het ABS-controlelampje blijft branden, werken uw remmen als een (antiblokkeersysteem) standaardsysteem maar zonder de antiblokkeerfunctie. Als de indicator op een van de volgende manieren werkt, is er mogelijk een ernstig De ABS-indicator kan gaan knipperen wanneer defect in het ABS.
Andere waarschuwingsaanduidingen Storingsaanduiding brandstofmeter In geval van een defect van het brandstofsys- teem zien de indicatoren van de brandstofni- veaumeter eruit zoals getoond in de afbeelding. Ga zo snel mogelijk naar uw dealer als dit gebeurt.
Lekke band Het repareren van een lekke band of het WAARSCHUWING demonteren van een wiel vereist speciaal Het rijden op uw voertuig met een gereedschap en technische expertise. Wij tijdelijk gerepareerde band kan riskant raden u aan om deze servicebeurt door uw zijn.
Elektrische problemen De accu loopt leeg Doorgebrande lamp Laad de accu op met een acculader voor Alle lampen van het voertuig zijn LED's. Als motorfietsen. een LED niet gaat branden, neem dan Haal de accu uit het voertuig voor het contact op met uw dealer voor onderhoud.
Elektrische problemen Doorgebrande zekering Doorgebrande zekering Zie “Inspecteren en vervangen van zekeringen" Afdekkap zekeringkast voor het hanteren van de zekeringen. BLZ. 46 Zekeringen in zekeringkast Open het zadel. BLZ. 57 Open de afdekkap van de zekeringkast. Trek de zekeringen er een voor een uit met behulp van de zekeringtrekker en controleer op doorgebrande zekeringen.
Motor draait sporadisch instabiel Als het filter van de brandstofpomp verstopt is, kan de motor tijdens het rijden sporadisch instabiel draaien. Zelfs als dit symptoom optreedt, kunt u met uw voertuig blijven rijden. Als de motor instabiel draait terwijl er voldoende brandstof beschikbaar is, dient u uw voertuig zo spoedig mogelijk door uw dealer te laten controleren.
Informatie BLZ. 76 Onderhoudsdiagnoserecorders...... BLZ. 76 Sleutels..............Instrumenten, bedieningselementen en andere BLZ. 77 functies ............... BLZ. 78 Onderhoud van uw voertuig ......BLZ. 81 Uw voertuig stallen..........BLZ. 82 Uw voertuig vervoeren ........BLZ. 83 U en het milieu ........... BLZ.
Pagina 80
Deze gegevens zijn echter alleen toegankelijk voor sleutelnummer te vinden. Honda, haar erkende dealers en erkende Een metalen sleutelhanger kan schade toebrengen reparateurs, werknemers, vertegenwoordigers en aan het gebied rond de contactschakelaar.
Instrumenten, bedieningselementen en andere functies Instrumenten, Indicator grootlicht bedieningselementen en de indicator van het grootlicht gaat kort branden andere functies omdat de condensator wordt ontladen wanneer de contactschakelaar in de stand (On) wordt gezet direct nadat de motor is uitgeschakeld met Contactschakelaar het grootlicht.
Het frequent reinigen en oppoetsen is belangrijk om de Smeer alle bewegende delen na het drogen lange levensduur van uw Honda te garanderen. Potenti- van het voertuig. ele problemen zijn gemakkelijker vast te stellen op een Zorg ervoor dat u geen smeermiddel op de schoon voertuig.
Pagina 83
Onderhoud van uw voertuig Voorzorgsmaatregelen voor het wassen Richt geen waterstraal op het luchtfilter: ● Water in het luchtfilter kan het starten van Volg deze richtlijnen voor het wassen: de motor verhinderen. Gebruik geen hogedrukreinigers: ● Richt geen waterstraal op de koplamp: ●...
Onderhoud van uw voertuig Aluminium onderdelen Uitlaatpijp en geluiddemper Aluminium wordt aangetast door corrosie na Gebruik geen in de handel verkrijgbare contact met vuil, modder of wegenzout. Reinig schuurpasta voor de keuken wanneer de uitlaatpijp aluminium onderdelen regelmatig en volg deze en geluiddemper zijn gelakt.
Uw voertuig stallen Uw voertuig stallen Controleer alle onderhoudsonderdelen die door het onderhoudsschema worden voorgeschreven wanneer u uw voertuig uit de stalling haalt. Als u uw voertuig buiten stalt, overweeg dan het gebruik van een volledige voertuighoes. Volg deze richtlijnen als u van plan bent om gedurende een langere periode niet te rijden: Was uw voertuig en zet alle gelakte ●...
Uw voertuig vervoeren Uw voertuig vervoeren Als uw voertuig moet worden vervoerd, dient dit te geschieden op een motorfietsaanhanger of een dieplader of aanhanger met een laadvloer of hefplatform en motorfietsbevestigingsriemen. Probeer nooit uw voertuig met één of beide wielen op de grond te slepen.
U en het milieu U en het milieu Bied gebruikte vloeistoffen aan voor recycling Het bezit van en rijden op een voertuig kan Deponeer olie en ander giftig afval in aangenaam zijn, maar u moet een bijdrage leveren goedgekeurde containers en breng ze naar een aan de bescherming van het milieu.
Pagina 88
Serienummers Serienummers De serienummers op het frame en de motor identificeren uw voertuig en zijn vereist om uw voertuig te registreren. Ze kunnen ook vereist zijn bij het bestellen van vervangingsonderdelen. U moet deze nummers noteren en op een veilige plaats bewaren.
Alcoholhoudende brandstoffen Alcoholhoudende Het gebruik van benzine met meer dan 10% ethanol kan: brandstoffen De lak van de brandstoftank beschadigen. ● De rubberen slangen van de brandstofleiding ● Sommige traditionele brandstoffen gemengd met beschadigen. alcohol zijn verkrijgbaar in sommige landen om Roestvorming in de brandstoftank veroorzaken.
Pagina 90
Een defecte katalysator draagt bij aan luchtverontreiniging en kan de prestatie van de motor nadelig beïnvloeden. Voor vervanging moet een origineel Honda-onderdeel of gelijkwaardig onderdeel worden gebruikt.
Specificaties Voornaamste onderdelen ■ Cilinderinhoud 124 cm Totale lengte 1.760 mm Boring x slag 50,0 x 63,1 mm Totale breedte 760 mm Compressiever- 10 : 1 houding Totale hoogte 1.020 mm Loodvrije benzine Wielbasis 1.200 mm Brandstof Aanbevolen: 91 RON of hoger Minimale bodemspeling 180 mm Alcoholhoudende Balhoofdhoek...
Bandenspanning Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Na demontage 1,0 L (alleen Aanbevolen Achter 200 kPa (2,00 kgf/cm Honda DOT 3- of DOT 4-remvloeistof bestuurder) remvloeistof Bandenspanning Voor 200 kPa (2,00 kgf/cm Aanbevolen Smeermiddel voor aandrijfketting Indien (bestuurder en smeermiddel voor...
Pagina 93
Specificaties Lampen ■ Koplamp Remlicht/achterlicht Richtingaanwijzer voor Richtingaanwijzer achter Kentekenplaatverlichting Zekeringen ■ Hoofdzekering 20 A Andere zekering 20 A, 10 A...
Pagina 94
Online Gebruikershandleiding https://www.hondamotopub.com/ 39K2WB00 XXX.XXXX.XX.P 00X39-K2W-B000 GEDRUKT IN XXXXX...