4.7 BEDIENING VAN DE WATERWARMTEWISSELAAR BIJ
DE ambiente a4 H
O
2
De deur van de kachel moet altijd in constructie
A1 worden gebruikt. Het manipuleren van de
sluiting is niet toegestaan.
De waterwarmtewisselaar wordt met de hendel
rechts naast de kachel bediend (zie afb. 11).
Hierdoor wordt gewisseld tussen aanmaken/
bijvullen en verbranden. Tussenstanden van de
hendel zijn niet mogelijk.
afb. 17
A
Verwarmingsgassen door de
waterwarmtewisselaar
Verbrandingspositie (afb. 17 A) De hendel is helemaal naar boven geschoven.
Nu worden alle verwarmingsgassen door de waterwarmtewisselaar van de ambi-
ente a4 H
O geleid. Deze stand mag pas worden gekozen, wanneer de kachel
2
volledig is opgewarmd, de brandstof goed brandt en er een smeulend vuur is
gevormd. Normaal gesproken is dat na ca. 15-20 minuten het geval.
Aansteken resp. aanmaakfase (afb. 17 B) De hendel is helemaal onder. De
rookgassen worden langs de waterwarmtewisselaar van de ambiente a4 H
geleid. Zo kan de schoorsteentrek zich zo snel mogelijk en effectief ontwikkelen.
Om de ambiente a4 H
O beter te laten functioneren moet er tijdig hout worden
2
bijgevuld, om te voorkomen dat de rookgastemperatuur te veel daalt.
B
Verwarmingsgassen niet door de
waterwarmtewisselaar
O
2
5. BRANDSTOF
De Duitse stichting 'Wald in Not' (bos in nood) heeft dit in een informatieve bro-
chure als volgt geformuleerd: "Hout maakt geen schulden bij de natuur. Hout is
opgeslagen zonne-energie. Zonlicht, water en kooldioxide zijn de componenten
waaruit hout ontstaat. Een boomleven lang wordt het zonlicht chemisch gebon-
den. Zonne-energie wordt opgeslagen in lignine en cellulose. Bij het verbranden
komt die weer vrij."
Kijk voor meer informatie op de website www.wald-in-not.de.
Kachels mogen alleen worden gebruikt met brandstoffen die voldoen aan de 1e
BlmSchV. Er mogen alleen houtblokken (aanbevolen percentage resterend vocht
20% of minder) of houtbriketten overeenkomstig DIN 51731 worden gebruikt.
Overigens: een meetapparaat om het vochtgehalte van haardhout te meten, kost
niet veel en rendeert snel.
Andere brandstoffen mogen niet worden gebruikt!
Niet geoorloofd is daarom ook het verbranden van:
• gelakt of met kunststof gecoat hout conserveringsmiddelen werd behandeld
• spaanplaten of hout dat met
• hout dat van europallets stamt
• afval, huisvuil, oude kleding
• papier, papierbriketten, karton
• nat hout (vochtgehalte > 20%)
• alle soorten kunststof/schuimstof
• vaste of vloeibare materialen anders dan hout
35