Ergonomie en comfort
► Druk de handgreep (1) voor het ontgrendelen
van de rugleuning in.
► Beweeg de rugleuning 2 naar voren totdat hij
plat ligt.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld, is
de rode indicator zichtbaar in de
handgreep.
De rugleuningen in de
oorspronkelijke stand
terugzetten
Controleer eerst of de buitenste
veiligheidsgordels goed verticaal langs
de vergrendelingsogen van de rugleuningen
zijn geplaatst.
48
► Zet de rugleuning (2) rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.
► Controleer of de rode indicator van de
handgreep 1 niet meer zichtbaar is.
► Controleer of de buitenste veiligheidsgordels
niet klem zitten.
Let op: als de rugleuning niet goed is
vergrendeld, komt de veiligheid van de
passagiers bij een noodstop of een aanrijding
in gevaar.
Voorwerpen in de bagageruimte kunnen naar
voren worden geslingerd - Kans op ernstig
letsel!
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd en van
buitenaf toegevoerd via het luchtrooster onder
de voorruit, of in het interieur gerecirculeerd.
Bedieningselementen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de
bedieningselementen toegankelijk via het menu
Airconditioning van het touchscreen of zijn
ze bij elkaar op het bedieningspaneel van de
middenconsole geplaatst.
Luchtverdeling
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooien/
ontwasemen van de voorruit
2. Uitstroomopeningen voor het ontdooien/
ontwasemen van de zijruiten vóór
3. Verstelbare en afsluitbare zijventilatieroosters
4. Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters
5. Uitstroomopeningen voetenruimte bestuurder
en voorpassagier
6. Uitstroomopeningen voetenruimte
achterpassagiers (afhankelijk van de
uitvoering)