Profielen die compatibel zijn met het
systeem: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het
laatst verbinding is gemaakt, terugkomt in
uw auto wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na
het inschakelen van het contact automatisch
verbinding gemaakt met de telefoon (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de toets "Details" van een
gekoppeld apparaat.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten
of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in
de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op het prullenbaksymbool rechts
boven op het scherm om een prullenbak
naast de geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op het prullenbaksymbool naast de
naam van de telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur om
het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
TEL op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
PEUGEOT Connect Radio
Of
Druk op "Ophangen".
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of, houd
de TEL-toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op "Contacten".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Druk op "Bellen".
11
219