Elektromotor
Lege 12V-accu
De motor kan niet worden gestart en de
tractiebatterij kan niet worden opgeladen.
Voorzorgsmaatregelen bij
werkzaamheden aan de 12V-accu
Selecteer stand P, zet het contact uit en
controleer of het instrumentenpaneel is
uitgeschakeld en de auto niet op een
laadpunt is aangesloten.
Opladen van de 12V-accu
Laad de accu nooit op zonder eerst de
accukabels los te koppelen en de accu uit de
motorruimte te halen.
Koppel de accukabels niet los terwijl het
READY-lampje brandt of wanneer de auto
wordt opgeladen.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de pluspool (+):
► Ontgrendel de motorkap door de
ontgrendelhendel in het interieur en vervolgens
de veiligheidshaak van de motorkap te bedienen.
► Open de motorkap.
Pluspool (+).
Deze pool is voorzien van een aansluiting met
snelkoppeling.
Minpool (-).
Omdat de minpool van de accu niet bereikbaar
is, bevindt zich tegenover de accu een
afzonderlijk massapunt.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto ontladen is, kan de
motor worden gestart met een hulpaccu (externe
accu of een accu van een andere auto) en
startkabels of met een startbooster.
Start de motor nooit als er een acculader
is aangesloten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of
hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12 V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de lege accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers
(audiosysteem, ruitenwissers, verlichting
enz.) van beide auto's uit.
In geval van pech
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(zoals ventilator en riemen) bevinden.
Maak de plusklem (+) niet los bij draaiende
motor.
► Beweeg het kunststof kapje van de pluspool
(+) omhoog, wanneer uw auto hiermee is
uitgerust.
► Sluit de rode kabel aan op de pluspool (+)
van de ontladen accu (A) (bij het gebogen
metalen gedeelte) en vervolgens op de pluspool
(+) van de hulpaccu (B) of de startbooster.
► Sluit het ene uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op de minpool (-) van de
hulpaccu (B) of de startbooster (of op een
massapunt van de auto met de hulpaccu).
► Sluit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C.
► Start de motor van de auto met de hulpaccu
en laat deze enkele minuten draaien.
► Start de auto met de lege accu en laat de
motor draaien.
8
187