PEUGEOT i-Cockpit
Stel voordat u gaat rijden uw zitpositie af in de
volgende volgorde om de speciale ergonomie
van de PEUGEOT i-Cockpit optimaal te
benutten:
– de hoogte van de hoofdsteun.
– de hoek van de rugleuning.
– de hoogte van de zitting van de stoel.
– de positie in lengterichting van de stoel.
– de diepte en vervolgens de hoogte van het
stuurwiel.
– de binnenspiegel en buitenspiegels.
Zodra deze afstellingen zijn uitgevoerd,
controleer of u goed zicht hebt op het
instrumentenpaneel van het head-up display
boven het kleine stuurwiel.
Zorg er bij het naar achteren schuiven
van de stoel voor dat de beweging van
de stoel niet kan worden gehinderd door
personen of voorwerpen.
Kans op bekneld raken van de
achterpassagiers of op blokkeren van de stoel
als grote voorwerpen op de vloer achter de
stoel zijn geplaatst.
Voorstoelen
Hoofdsteunen vóór
Hoogteverstelling
► Omhoog: trek de hoofdsteun omhoog tot
de gewenste hoogte; een klik geeft aan dat de
hoofdsteun is vergrendeld.
► Omlaag: druk op pal A om de hoofdsteun
lager te zetten.
De hoofdsteun is correct afgesteld als de
bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Ergonomie en comfort
Een hoofdsteun verwijderen
► Beweeg de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag.
► Druk pal A in om de hoofdsteun te
ontgrendelen en deze volledig te verwijderen.
► Berg de hoofdsteun veilig op.
Een hoofdsteun terugplaatsen
► Steek de pennen van de hoofdsteun in de
geleiders van de betreffende rugleuning.
► Duw de hoofdsteun omlaag tot tegen de
aanslag.
► Druk het ontgrendelknopje (A) in om de
hoofdsteun los te halen en duw deze omlaag.
► Stel de hoogte van de hoofdsteun af.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. Deze moeten zijn geplaatst
en goed zijn afgesteld voor de betreffende
inzittende.
Handmatig verstelbare
stoelen
Verstellen in lengterichting
3
43