26
4. Wielen en banden
Hoofdstuk 4: Wielen en banden
4.1 Wielen
Voor wielmoeren geldt
Draai bij een nieuw voertuig en na elke (de-)montage van de
wielen de wielbouten of wielmoeren na de eerste 50 km en de
daaropvolgende 100 km aan. Gebruik voor uw eigen veiligheid
uitsluitend de originele wielen en bevestigingsmaterialen. Con-
troleer daarna regelmatig of de wielbouten resp. wielmoeren nog
stevig vastzitten.
Aandraaimomenten van de wielmoeren resp. wielbouten:
Velgmaat
Wielbouten
16''
M16 x 1,5 x 32
15''
M14 x 1,5 x 33
Controleer aanhaalmomenten eens in de 5000 km of
minstens eenmaal per jaar.
4.2 Banden
Gebruik uitsluitend banden zoals fabrieksmatig gemonteerd zijn.
Gebruik andere bandenmaten uitsluitend met toestemming van
de fabrikant van het basisvoertuig.
• Controleer de banden regelmatig op gelijkmatige profielsli
• Gebruik altijd banden van hetzelfde soort en type (zomer- of
• Rijd nieuwe banden de eerste 100 km voorzichtig in, zodat ze
Ontzie uw banden tijdens het rijden
• Voorkom hard remmen en het starten met plankgas.
• Vermijd lange ritten op slechte wegen.
Aandraaimoment
• Rijd nooit met een overladen voertuig.
180 Nm
160 Nm
jtage, profieldiepte en uiterlijke beschadigingen.
winterbanden).
hun volledige gripvermogen kunnen ontwikkelen.
Op uw HOBBY-buscamper zijn tubeless banden gemonteerd.
In deze banden mogen absoluut geen binnenbanden worden
aangebracht!
Winterbanden verplicht in Duitsland!
Bij sneeuw, ijs en sneeuwbrij moeten alle voertuigen beschik-
ken over banden met het symbool "M+S". Het niet naleven
van dit wettelijke voorschrift kan leiden tot strafvervolging.