5
Afstandsbediening
Besturingseenheid satellietontvanger
Via de gele toetsen "ON" en "PARK" wordt de antenne uit- en
n
ingeschoven
.
U kunt de antenne via de afstandsbediening van het televisie-
toestel of de besturingseenheid (installatieplaats in garderobe-
kast/bovenkast) als volgt instellen:
j
Op de display
wordt informatie weergegeven over lopende
processen en eventuele foutmeldingen.
Door te drukken op der PARK-toets
tenne richten. Tijdens het in- en uitschuiven van de antenne
knippert de led van de toets.
4
1
3
2
k
kunt u de schotelan-
Met behulp van de SAT-toets
satellietzenders worden gestart. Terwijl het zoeken van de zen-
ders aan de gang is, knippert de led van de toets.
m
Via de Bluetooth-toets
wordt de Bluetooth-verbinding met
een smartphone of tablet geactiveerd en gedeactiveerd. Meer
informatie over deze functie is te vinden in de gebruiksaanwij-
zing van het apparaat.
Nadat de antenne eenmaal is ingesteld, onthoudt het systeem de
satellietpositie en stelt het zichzelf telkens in dezelfde positie in.
Tijdens het rijden moet de satellietontvanger worden neergela-
ten in de parkeerpositie. Het vergroten van de normale hoogte
van het voertuig door een niet ingeklapte antenne kan leiden
tot een verhoogd risico 0p ongevallen. Voor de toestand van
op- en aanbouwelementen is louter en alleen de bestuurder
van het voertuig verantwoordelijk. De SAT-installatie wordt
automatisch ingeklapt bij het starten van de motor.
Controleer met regelmatige tussenpozen of de antenne nog
stevig bevestigd is en trek evt. loszittende onderdelen aan
omdat hij tijdens het rijden wordt blootgesteld aan trillings-
belastingen.
10. Inbouwapparatuur
l
kan de zoekfunctie van de
173