Inhoudsopgave
Advertenties
Tips
• De instelling [Protocol Mode] wordt alleen
gebruikt wanneer u functies gebruikt via
opdrachten over USB-poort 7 of over de RS-232C-
aansluiting. Dit heeft geen invloed op het gebruik
van 'map sluiten' of op het stoppen van afspelen/
opnemen op de eenheid, de afstandsbediening of
het aanraakschermmenu.
• De instelling [Protocol Mode] kan niet verschillend
worden geconfigureerd voor USB-poort 7 en de
RS-232C-aansluiting. De laatst geselecteerde
modus overschrijft de eerdere instelling.
De configuraties worden opgeslagen en het tabblad
[Control] verschijnt opnieuw.
Monitorbedieningsinstellingen
configureren
Configureer de beelduitgangs- en -
ingangssignaalinstellingen wanneer u beelden uitvoert
vanaf een apparaat (bijv. endoscoop) of vanaf de eenheid
naar een monitor.
1
Selecteer [Advanced] voor [Control Monitor] en druk
op de knop ENTER.
Het instellingenvenster [Advanced] voor
monitorbediening verschijnt.
2
Configureer de instellingen, selecteer [Apply] en
druk dan op de knop ENTER.
[Device IN Port]
Selecteer de ingang die u wilt gebruiken aan
monitorzijde wanneer u beelden uitvoert vanaf een
apparaat (bijv. endoscoop).
U kunt kiezen uit [PORT A] en [PORT B].
De standaardinstelling is [PORT A].
[Device IN Signal]
Selecteer het signaal dat u wilt invoeren naar de
monitor wanneer u beelden uitvoert vanaf een
apparaat (bijv. endoscoop).
U kunt kiezen uit [SDI 1], [SDI 2], [DVI-D 1], [DVI-
D 2], [VIDEO] en [S VIDEO].
De standaardinstelling is [SDI 1].
[Recorder IN Port]
Selecteer de ingang die u wilt gebruiken aan
monitorzijde wanneer u beelden uitvoert vanaf de
eenheid.
U kunt kiezen uit [PORT A] en [PORT B].
De standaardinstelling is [PORT B].
[Recorder IN Signal]
Selecteer het signaal dat u wilt invoeren naar de
monitor wanneer u beelden uitvoert vanaf de eenheid.
U kunt kiezen uit [SDI 1], [SDI 2], [DVI-D 1], [DVI-
D 2], [VIDEO] en [S VIDEO].
De standaardinstelling is [SDI 2].
Tip
Hetzelfde ingangssignaal kan niet tegelijkertijd
worden geconfigureerd voor [Device IN Signal] en
[Recorder IN Signal].
Tabblad [Contact Switch]
Configureer deze instellingen als u de eenheid wilt
bedienen via contactschakelaarapparaten die zijn
aangesloten op de contactschakelaaraansluitingen op het
achterpaneel van de eenheid.
[Contact Switch 1] tot [Contact Switch 3]
Geef op wat u wilt bedienen met de
contactschakelaarapparaten voor de verschillende
contactschakelaars.
De procedure voor het configureren van de instellingen
[Contact Switch 1] t/m [Contact Switch 3] is hetzelfde.
De standaardinstelling is [Not Used].
[Not Used]
Schakelt gebruik van de contactschakelaar uit.
[Record Video/Pause]
Bedien de functies Pauzeren en Hervatten bij het
opnemen van video's.
[Record Still]
Leg stilstaande beelden vast.
[Audio On/Off]
Schakel uitvoer van geluid in of uit.
[Set Index]
Voeg een index in zonder een stilstaand beeld van de
opname op te slaan.
Contactschakelaarinstellingen
configureren
1
Selecteer [Advanced] voor de contactschakelaar die
de handeling moet verrichten en druk op de knop
ENTER.
Het instellingenvenster [Advanced] voor
contactschakelaars verschijnt.
2
Selecteer de timing van de bediening, selecteer
[Apply] en druk op de knop ENTER.
U kunt kiezen uit [Falling Edge], [Leading Edge] en
[State].
De standaardinstelling is [Falling Edge].
81
Advertenties
Inhoudsopgave
