Proxy-bitsnelheden en standaardwaarden
Opnamere-
Kwaliteitsin-
solutie
stelling
1920 × 1080p Beste
(24 Mbps)
Hoog
(18 Mbps)
Standaard
(12 Mbps)
1920 × 1080i Beste
(20 Mbps)
Hoog
(12,5 Mbps)
Standaard
(6 Mbps)
1280 × 720p
Beste
(20 Mbps)
Hoog
(12,5 Mbps)
Standaard
(6 Mbps)
720 × 480/
Beste (6 Mbps) • Wanneer
576i
Hoog (4 Mbps)
Standaard
(2 Mbps)
Proxy-
Stan-
bitsnelheid
daardin-
stelling
Kies uit 8 Mbps,
8 Mbps
4 Mbps, 2 Mbps
en 1 Mbps.
• Wanneer
–
8 Mbps of
4 Mbps is
geconfigureerd,
vastgezet op
4 Mbps.
• Wanneer
2 Mbps of
1 Mbps is
geconfigureerd,
wordt de
instelling
overgenomen.
–
8 Mbps of
4 Mbps is
geconfigureerd,
vastgezet op
4 Mbps.
• Wanneer
4 Mbps ,
2 Mbps , of
1 Mbps is
geconfigureerd,
wordt de
instelling
overgenomen.
• Wanneer
–
8 Mbps of
4 Mbps is
geconfigureerd,
vastgezet op
2 Mbps.
• Wanneer
2 Mbps of
1 Mbps is
geconfigureerd,
wordt de
instelling
overgenomen.
Apparaatinstellingen
Configureer instellingen voor externe apparaten.
1
Selecteer [Device Settings] in het venster [System
Admin Settings] en druk op de knop ENTER.
Het venster [Device Settings] wordt weergegeven.
2
Selecteer een tabblad en druk op de knop ENTER.
3
Configureer de instellingen op de tabbladen naar
wens.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie over de
tabbladen.
Tabblad [Device 1] (pagina 77)
Tabblad [Device 2] (pagina 80)
Tabblad [Control] (pagina 80)
Tabblad [Contact Switch] (pagina 81)
4
Na het configureren selecteert u [Apply] en drukt u op
de knop ENTER.
De configuraties worden opgeslagen en het venster
[System Admin Settings] verschijnt opnieuw.
Tabblad [Device 1]
Configureer instellingen van USB-apparaten die op de
eenheid worden aangesloten.
Neem contact op met uw plaatselijke Sony-
vertegenwoordiger voor meer informatie over apparaten
die kunnen worden aangesloten op de eenheid.
[USB 3] t/m [USB 6]
Selecteer de apparaten die zijn aangesloten op de USB-
poorten 3 t/m 6 op het achterpaneel van de eenheid.
De beschikbare instellingen zijn apparaten die compatibel
zijn met de eenheid.
De standaardinstelling is [No Device].
Als u een printer selecteert, dient u de [Printer Settings] te
configureren.
Raadpleeg "Printerinstellingen configureren"
(pagina 78) voor meer informatie over deze instelling.
Tips
• De eenheid kan de Sony UP-DR80MD-printer
automatisch herkennen. Wilt u dat de eenheid
77