Inhoudsopgave
Advertenties
Opslaginstellingen configureren
Configureer instellingen die te maken hebben met
opslagbestemmingen voor opgenomen gegevens en
simultane overdracht en geef op of u metagegevens wilt
uitvoeren.
1
Geef het tabblad [External Storage 1] weer en
configureer instellingen die te maken hebben met
opslagbestemmingen voor opgenomen gegevens.
[Ch1 Ext Storage]
Selecteer het externe opslagmedium dat wordt
gebruikt voor gelijktijdig opnemen.
Selecteer [External Media 1] of [External Media 2] in
het instellingenvenster voor externe opslag en
selecteer het externe medium in het venster dat
verschijnt.
De standaardinstelling is [Not Used].
• Wanneer [CMS Mode] is ingesteld op [Use] in het
venster [System Admin Settings] - venster
[Function Settings] - tabblad [CMS], [Streaming] is
ingesteld op [Not Used] op het tabblad [Streaming]
en [Ch2 Rec] is ingesteld op [Not Used] in het
venster [User Settings] - tabblad [Rec/Streaming],
wordt de instelling vastgezet op de huidige selectie.
• Wanneer [Prohibit USB/BD/DVD] is ingesteld op
[Use] in het venster [System Admin Settings] -
venster [Function Settings] - tabblad [General 1],
kunt u kiezen uit [Not Used] en [SERVER].
• Wanneer u een externe opslaglocatie anders dan
een server configureert en [Prohibit USB/BD/
DVD] is ingesteld op [Use] in het venster [System
Admin Settings] - venster [Function Settings] -
tabblad [General 1], wordt de instelling
teruggesteld op de standaardinstelling.
Tip
U kunt niet dezelfde opslagbestemming opgeven
voor zowel [Externe media 1] als [Externe media 2].
[Ch2 Ext Storage]
Het externe opslagmedium dat is geselecteerd bij
[Ch1 Ext Storage] wordt hier weergegeven.
[Record Save to Media]
Selecteer het externe opslagmedium dat wordt
gebruikt bij het kopiëren van lijsten en beeldenlijsten
vanuit de vensters [Recording List] en [Image List].
U kunt kiezen uit [BD/DVD], [USB 1], [USB 2] en
[SERVER].
De standaardinstelling is [USB 1].
• Wanneer [Prohibit USB/BD/DVD] is ingesteld op
[Use] in het venster [System Admin Settings] -
venster [Function Settings] - tabblad [General 1],
wordt de instelling vastgezet op [SERVER].
• Wanneer u een externe media anders dan een server
configureert en [Prohibit USB/BD/DVD] is
ingesteld op [Use] in het venster [System Admin
Settings] - venster [Function Settings] - tabblad
[General 1], wordt de instelling vastgezet op
[SERVER].
• Wanneer u [Prohibit USB/BD/DVD] wijzigt van
[Use] naar [Not Used] in het venster [System
Admin Settings] - venster [Function Settings] -
tabblad [General 1], wordt de instelling ingesteld
op [USB 1].
[Folder Structure]
Selecteer de mapstructuur die u wilt gebruiken
wanneer u naar externe doelen gaat schrijven. U kunt
kiezen uit [Date + Patient ID], [Patient ID], [Rec Date
+ Patient Name], [Patient Name], [Patient ID +
Patient Name] en [Patient Name + Rec Date].
De standaardinstelling is [Date + Patient ID].
Wanneer [CMS Mode] is ingesteld op [Use] in het
venster [System Admin Settings] - venster [Function
Settings] - tabblad [CMS], [Streaming] is ingesteld
op [Not Used] op het tabblad [Streaming] en [Ch2
Rec] is ingesteld op [Not Used] in het venster [User
Settings] - tabblad [Rec/Streaming], wordt de
instelling vastgezet op de huidige selectie.
Tips
• Wanneer opgenomen gegevens met dezelfde
patiënt-id of patiëntnaam worden gemaakt, wordt
een nieuwe opnamedatummap gemaakt onder de
map van de patiënt-id of patiëntnaam en worden de
opgenomen gegevens opgeslagen in de nieuwe
map.
• De patiëntnaam wordt gebruikt in de volgorde
achternaam, middelste naam en voornaam van het
patiëntnaamveld.
• Als er geen patiëntnaam is geconfigureerd, wordt
"NoName" gebruikt.
Ongeldige symbolen en tekenreeksen voor
de mapnaam
¥ / : ? * " < > | . \
AUX, CON, NUL,
PRN, COM0,
COM1, COM2,
COM3, COM4,
COM5, COM6,
COM7, COM8,
COM9, LPT1,
LPT2, LPT3, LPT4,
LPT5, LPT6, LPT7,
LPT8, LPT9
[Add 0 to Folder]
Kies of u nullen (0) wilt toevoegen aan de mapnaam
wanneer u naar een extern medium schrijft.
38
Deze worden vervangen door
liggende streepjes (_).
Deze leiden tot fouten tijdens de
overdracht.
Als u deze wilt gebruiken in de
mapnaam, stel dan [Folder
Structure] in op een andere
instelling dan [Patient ID] of
[Patient Name]. U kunt ook
[Patient ID] selecteer en [Add 0
to Folder] instellen op [Use].
Advertenties
Inhoudsopgave
