8 Werking
7.2
Procedure voor inbedrijfstelling
7.2.1
Ontluchting van het systeem
8
Werking
8.1
Gebruik van de Siemens-controller
Afb.29
Bedieningspaneel
1
2
8.2
Gebruik van de Carel-controller
34
moeten worden herhaald volgens de ter plaatse geldende intervallen of
volgens de plaatselijke regels en voorschriften ten aanzien van
inbedrijfstelling en nieuwe inbedrijfstelling. Gebruik een PE-geleider van
ten minste 10 mm
Het hydraulische systeem moet op druk worden gebracht tot 2 bar, en wat
belangrijk is: er mag zich geen lucht in het systeem bevinden. Vul het
hydraulische systeem tot de juiste druk voordat u de warmtepomp in
werking stelt, en zorg ervoor dat alle lucht uit het systeem is verwijderd.
De warmtepomp is klaar voor gebruik als de systeemdruk correct is en alle
lucht uit het systeem is ontsnapt.
Belangrijk
Zie de controllerhandleiding voor een gedetailleerde uitleg van de
bediening van het toestel met de Siemens-controller.
1 Statusbalk
2 Navigatiebalk
3 Werkgebied
3
4 Bedieningsknop
4
AD-3002425-01
Belangrijk
Zie de controllerhandleiding voor een gedetailleerde uitleg van de
bediening van het toestel met de Carel-controller.
Gebruik de controller om het apparaat in bedrijf te stellen en te bedienen.
De controller kan binnen bij het schakelbord van het gebouw of bij de
warmtepomp worden geïnstalleerd als deze maar beschermd is tegen
weersinvloeden.
Voor de werking van de actieve koeling raadpleegt u de handleiding van
de bedieningselementen.
2
doorsnede.
7681853 - v.05 - 17102023