6 Installatie
Afb.26
Kabeldoorvoer 44
Afb.27
Kabeldoorvoer 86 / 88
1
Afb.28
Kabeldoorvoer 172 / 176
1
32
1
AD-3001695-01
AD-3001697-01
AD-3002171-01
2. Leid de elektrische voedingskabels door de gaten 1.
3. Sluit de elektrische kabels aan.
3.1. Zorg ervoor dat de fasen in een rechts draaiveld in de
fasevolgorde zijn aangesloten: L1, L2, L3.
Opgelet
Als er geen fasebescherming is geïnstalleerd, zal de compressor
defect raken als de kabels in een onjuiste fasevolgorde worden
bevestigd.
3.2. Bij een verlenging van de sensorkabel moet een afgeschermde
kabel met een doorsnede van ten minste 0,75 mm
gebruikt.
3.3. Plaats de sensorkabel niet samen met de voedingskabels.
4. Sluit de controllerkabel aan op het apparaat.
4.1. Gebruik afzonderlijke externe hoofdschakelaars (meerdere
indien nodig) voor de klemmenkast om het apparaat volledig
van het netwerk te kunnen scheiden.
5. Indien van toepassing sluit u de tracingkabels van de
condensaatafvoer aan.
6. Isoleer de kabels.
Zie ook
Elektrische aansluitingen, pagina 14
2
worden
7681853 - v.05 - 17102023