Inhoudsopgave
Advertenties
5 Voor de installatie
Afb.17
Montageruimte
2000
A
2000
5.2
Voorbereiding van de locatie
26
Zorg ervoor dat er voldoende vrije ruimte is tussen de warmtepomp en
de muren of omheining zodat de lucht vrij kan stromen en
onderhoudswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.
Het toestel kan tot (en boven) 1000 m boven zeeniveau werken.
Zorg ervoor dat het toestel toegankelijk is voor veilige bediening en
onderhoudsdoeleinden.
De bedieningskast van de warmtepomp mag niet:
Meer dan 1,9 m boven serviceniveau zijn.
Meer dan 0,6 m onder serviceniveau zijn.
Het wordt aangeraden om het toestel te installeren met de luchtinlaat in
de richting van de benedenwindse positie. Dit maakt een correcte
ontdooiing van de verdamper mogelijk.
Als het toestel vrijstaand wordt geplaatst, kan de windinvloed leiden
tot verschillen in de werking. Daarom adviseren wij om het toestel in
lijn te plaatsen met de luchtstroom over het toestel.
Houd rekening met de geluidsemissie bij de keuze van de locatie voor
het toestel.
Houd er rekening mee dat er mogelijk een condensaatafvoer moet
worden geïnstalleerd.
A 1,5 m
Zie ook
Aansluiten condensafvoer, pagina 30
A
AD-3001684-01
Opgelet
Gebruik UV- en vogelpikbestendige materialen voor de isolatie die
zich in de open lucht bevindt.
De installatielocatie moet zijn uitgerust met de volgende elektrische
aansluitingen en verwarmingsbuizen:
Item
Aansluitkabel voor de
compressor(en)
Aansluitkabel van de
controller
Belangrijk
De benodigde doorsnede van de kabel is afhankelijk van het
stroomverbruik van het apparaat en de lengte van de kabel.
Item
Verwarmings
aanvoer (buiten
draad)
Verwarmingsre
tour (buiten
draad)
Hoeveelheid
1 (2 voor 168 kW +)
1
44
86 / 88
1 1/2"
2"
1 1/2"
2"
Specificatie
3 / N / PE ~ 50 Hz /
400 V
1 / N / PE ~ 50 Hz /
230 V
172 / 176
2 1/2"
2 1/2"
7681853 - v.05 - 17102023
Advertenties
Inhoudsopgave
